Leeswijzer

Indeling
De begroting bestaat uit een beleidsbegroting met de programma's en paragrafen, een financiële begroting en bijlagen. In de beleidsbegroting worden de programma's en de (verplichte) paragrafen behandeld. De financiële begroting bevat de meerjarenbalans met de toelichting hierop, de toelichting op de financiële positie en het overzicht van de geraamde baten en lasten per taakveld. In de bijlagen is het overzicht van te verstrekken subsidies, de specificatie van het verloop van de reserves en de lopende ruimtelijke ontwikkelingen opgenomen.

Tekenduiding
De lasten zijn negatief opgenomen, dus met een min-teken. Dit is de gebruikte schrijfwijze van de afgelopen jaren.
In een kolom waar het saldo getoond wordt, krijgt een nadeel een min voor het bedrag. Een voordeel wordt zonder extra teken getoond. In de kolom met het jaarresultaat komt een positief bedrag ten gunste van de algemene reserve en een negatief bedrag wordt ten laste van de algemene reserve gebracht.

Afrondingen
De cijfers die in deze begroting zijn verwerkt, komen direct uit de boekhouding van de gemeente. Daar staan de getallen genoteerd tot op twee cijfers achter de komma. Voor de leesbaarheid worden de cijfers in de begroting afgerond op 100-tallen. Ter voorkoming van fouten worden deze afrondingen gedaan in het programma Microsoft Excel en worden de uitkomsten gebruikt voor publicatie. Hierdoor kan het voorkomen dat als een tabel nageteld wordt, er minimale verschillen zijn.

Geen ramingen: geen gegevens opgenomen
Bij de tabellen onder het item ‘Wat mag het kosten?’ in de programma's wordt een onderscheid gemaakt naar onder andere baten en lasten. Soms is op een bepaalde subdoelstelling op bepaalde regels geen raming. Om te voorkomen dat er in die regel dan alleen nullen genoteerd moeten worden, wordt die regel dan in zijn geheel niet getoond.

Toelichtingen
In de programma’s zijn toelichtingen geschreven voor mutaties in de ramingen van exploitatie en reserves, zoals weergegeven in het onderdeel ‘Wat mag het kosten?’. De toelichtingen hebben betrekking op mutaties groter dan € 50.000.
In nagenoeg ieder programma wordt een deel van de verschillen verklaard door gewijzigde toerekening over de programma’s van een deel van de BAR-bijdrage. Een overzicht hiervan wordt gegeven in de paragraaf 5 Bedrijfsvoering.

Prestatie-indicatoren
Sinds 2016 is de Regeling beleidsindicatoren gemeenten van kracht. In deze regeling zijn 39 indicatoren opgenomen, waarvan er door wettelijke aanpassingen nog 34 resteren. Deze, en meer indicatoren, zijn op de website Waarstaatjegemeente.nl terug te vinden. De waarden bij de indicatoren op de website worden aangepast wanneer nieuwe informatie bekend is. Het kan hierdoor voorkomen dat de waarde opgenomen in dit boekwerk verschilt van de website.
De indicatoren die genoemd worden in de programma’s kennen verschillende bronnen, onder meer de burgerpeiling, het klanttevredenheidsonderzoek en de website Waarstaatjegemeente.nl. Een overzicht van internetlinks naar de bronnen vindt u hieronder.

Bron
Waarstaatjegemeente.nl
BBV verplichte indicatoren
Burgerpeiling
Ondernemerspeiling
Lokale monitor Wonen
Gemeentelijke monitor Sociaal Domein
Zorggebruik

Na het klikken op de links hierboven kan het zijn dat er nog gekozen moet worden voor Ridderkerk.

Per programma worden de prestatie-indicatoren weergegeven met een waarde voor het jaar 2020. Indien er voor het jaar 2020 geen waarde bekend is, wordt de waarde van het laatst bekende jaar weergegeven. Dit is dan kenbaar gemaakt met het jaartal tussen haakjes. In een enkel geval zijn er waarden voor het jaar 2021 bekend; dit wordt kenbaar gemaakt met het jaartal 2021 tussen haakjes.