Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Risicobeheersing

Aanleiding en achtergrond

Terug naar navigatie - Aanleiding en achtergrond

Wij voeren actief beleid op de beheersing van de risico’s die de gemeente loopt. Gekeken wordt naar de maatregelen die worden getroffen om de risico’s af te dekken. Voor de risico’s waarvoor geen maatregelen getroffen kunnen worden, bijvoorbeeld omdat het verzekeren ervan te duur zou zijn, wordt ingeschat welke buffer noodzakelijk is. Dit is het weerstandsvermogen. Op basis van de continu geïnventariseerde risico’s en de beschikbare financiële middelen (weerstandscapaciteit) is het weerstandvermogen berekend. In dit risicoprofiel worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen benoemd en meegewogen.

Risicoprofiel

Terug naar navigatie - Risicoprofiel

Door actieve risicobeheersing heeft de gemeente in beeld wat de risico’s zijn en is het mogelijk om het weerstandsvermogen te bepalen. Alle risico’s worden voor zover mogelijk tweemaal per jaar herijkt en er wordt continu geanticipeerd op nieuwe risico’s. Het getoonde risicoprofiel is bepaald vanuit de inventarisatie en analyse zoals uitgevoerd tot en met 15 december 2023. We kijken vanuit de huidige omstandigheden vooruit met als doel een actueel risicoprofiel te presenteren waarin rekening wordt gehouden met realistische scenario’s voor de nabije toekomst.

De belangrijkste trends en ontwikkelingen die van invloed zijn op het risicoprofiel worden kort toegelicht. De gevolgen van externe invloeden zoals de opvang van vluchtelingen, de inflatie en de krappe arbeidsmarkt laten zich zien en voelen over de hele breedte van het risicoprofiel. De ontvlechting van de BAR-organisatie is verwerkt in het cluster risico met betrekking tot de BAR-organisatie zoals u die aantreft in de top 10. Dit betreft de bedrijfsvoeringsrisico’s. Het betreft hierbij de risico-inschattingen zoals deze op dit moment kunnen worden gedaan.

In het volgende overzicht worden de belangrijkste (geconsolideerde) risico's gepresenteerd die de grootste invloed hebben bij de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit. Bij ieder risico worden kort de beheersmaatregelen weergegeven. De lijst met belangrijkste risico’s omvat circa 90% van alle geïdentificeerde risico’s.

Nr. Risico Maatregelen Kans Financieel gevolg Invloed
1 Risicocluster tekorten uitvoering gedecentraliseerde taken sociaal domein BAR-organisatie, monitoring/benchmarking, business intelligence, competentie-ontwikkeling, Strategisch PersoneelsPlanning 4 max. € 1.500.000 21,64%
2 Risicocluster uitvoering wet- en regelgeving beveiliging data/ informatie/ gegevens/ privacy BAR-organisatie, proces meldpunt datalekken, beheer register gegevensverzamelingen, compliance 4 max. € 1.000.000 17,28%
3 Risicocluster uitvoering Jeugdwet- tekorten die ontstaan in de uitvoering van de Jeugdwet Beperkte invloed, transformatie keten, monitoring/benchmarking, business intelligence 4 max. € 1.000.000 14,29%
4 Risico dat de BAR-organisatie haar taken niet kan uitvoeren binnen het beschikbaar gestelde budget BAR-organisatie, monitoring, business intelligence, competentieontwikkeling 4 max. € 915.000 13,64%
5 Risico tekorten in openeindregelingen Schulddienstverlening, Schuldhulp- verlening, bijzondere bijstand Schulddienstverlening: preventie, competentieontwikkeling, business intelligence 4 max. € 500.000 7,60%
6 Cluster WMO gerelateerde risico's, overschrijding van budget(ten) Beperkte invloed, BAR-organisatie, monitoring, business intelligence 4 max. € 400.000 5,05%
7 Financiële en imagorisico's op door de gemeente gesubsidieerde instellingen Frequent toepassen audits, voortgangsrapportages van instellingen 3 max. € 400.000 4,83%
8 Risico’s niet te dekken binnen grondexploitaties Uitkomst risico-inventarisatie 4 max. € 111.000 2,75%
9 Arbeidsongeschiktheid van collegelid/-leden Geaccepteerd risico in plaats van verzekeren 1 max. € 1.287.000 1,78%
10 Risicocluster Assetmanagement Vastgoed Meerjarig onderhoudsplan 3 max. € 162.000 1,43%
Totaal alle risico's: € 9.957.500

Het voorgaande overzicht toont risico’s die incidenteel schade op kunnen leveren met daarbij het maximale financiële gevolg. De telling onder het overzicht is het totaal van alle bekende risico’s, niet alleen de genoemde top 10.
De onderstaande tabel geeft aan hoe groot de kans is in lengte van tijd en hoe de spreiding in tijd is terug te vertalen.

Kwantiteit Referentiebeelden Kansklasse Toelichting kansklasse
10% 0 of 1 keer per 10 jaar 1 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico's waarvan het onwaarschijnlijk is dat deze zich in de komende jaren voordoen.
30% 1 keer per 5 - 10 jaar 2 Deze klasse hanteren we voor risico's waarvan het niet waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar voordoen.
50% 1 keer per 2 - 5 jaar 3 Deze klasse hanteren we voor risico's die zich in het komende jaar wel maar ook niet kunnen voordoen.
70% 1 keer per 1 - 2 jaar 4 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico's waarvan het waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar zullen voordoen.
90% 1 keer per jaar of meer 5 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico's waarvan het zeer waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar gaan voordoen.

Risicosimulatie

Terug naar navigatie - Risicosimulatie

Op basis van de ingevoerde risico's is een zogeheten risicosimulatie uitgevoerd. Wij doen dit met behulp van risicoanalyse software. Hiermee kunnen we met alle risico’s die we lopen 100.000 keer doen alsof deze in meer of mindere mate optreden om zo nauwkeuring mogelijk in te kunnen schatten welke financiële buffer er op dit moment tenminste nodig is. We doen dit vooral omdat het reserveren van het maximale bedrag € 9.957.500 ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden.

Terug naar navigatie - Trends en ontwikkeling risicoprofiel

In deze paragraaf worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen in relatie gebracht met de risico’s van de gemeente. De gemeente kan onzekerheden positief beïnvloeden door investeringen en maatregelen te treffen. In deze paragraaf worden onzekerheden en risico’s toegelicht en daarbij worden negatieve scenario’s als input gebruikt.

Decentralisaties/ nieuwe & aangepaste wettelijke taken. Het transformeren naar een uitgebalanceerde uitvoeringsorganisatie voor de vanuit de het rijk gedecentraliseerde taken als wel het implementeren en ten uitvoer leggen van nieuwe en aangepaste wetten en regelgeving is en blijft een zeer complexe en uitdagende opgave en vormt een groot risico.

ICT/Informatiebeveiliging. De bescherming van alle gevoelige informatie en het aanbieden van moderne en veilige digitale product- en dienstverlening ontkomt ook niet aan oplopende kosten van noodzakelijk onderhoud, beheer en doorontwikkeling. De kosten voor ICT en informatiebeveiliging lopen de laatste jaren sneller op. Burgers verwachten daarbij steeds meer op het gebied van digitale dienstverlening. De gemiddelde kosten op ICT-gebied per inwoner per jaar heeft zich inmiddels ontwikkeld tot € 100. Het risico dat wordt opgenomen in het risicoprofiel is qua invloed groot.
Nieuwe/aangepaste wetgeving op het gebied van informatiebeveiliging stelt harde toenemende eisen aan de beschikbare competenties en capaciteit om er invulling aan te geven. Over 2023 heeft dit invloed gehad op het prioriteren van activiteiten binnen diverse specialismen.

Binnen het sociaal domein (Wmo, de Jeugdwet en de participatiewet) is in lijn met het landelijke beeld over 2023 een aanhoudende trend te zien van hoge en/of stijgende kosten als het gaat om de Wmo, de Jeugdwet en de participatiewet. De gemeente heeft hierdoor te maken met alsmaar groeiende uitgaven. In de uitvoering van de Participatiewet (BUIG) en de Jeugdwet zorgt dit voor overschrijdingen over 2023.
De omvangrijke bezuinigingsplannen van het kabinet op de uitvoering van de Jeugdzorg zijn weliswaar vooruit geschoven maar zullen komende jaren uitgevoerd gaan worden. De toenemende hulpvraag onder jongeren is zorgelijk groot en de beperkte beschikbaarheid van passende hulpverlening dragen bij aan het aanhouden van stevige risico’s in het gemeentelijk risicoprofiel. In de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning zullen de netto kosten en de vraag zeker tot 2025 hoog blijven wanneer van het in 2019 ingevoerde abonnementstarief wordt afgestapt.

Bestuurlijke en financiële verhoudingen Rijk en decentrale overheden (risico Rijksbijdrage gemeentefonds) Er is al langere tijd sprake van een (toegenomen) disbalans tussen financiële en bestuurlijke verhoudingen tussen Rijk en decentrale overheden. Het vooralsnog bevriezen van de bijdragen van het gemeentefonds en de onzekerheid over de toekomst van een nieuwe verdeel- en berekensystematiek van het gemeentefonds vormt een grote onzekerheid binnen meerdere prestatiegebieden.

Risico’s BAR-organisatie (ontvlechting): 2023 is het jaar waarin de BAR-organisatie is ontvlochten. In de tweede helft van het jaar is de plaatsing van het personeel afgerond. De (niet primaire) taken die vallen onder het technische beheer en het ondersteunen van de product- en dienstverlening van de gemeente(n) vormen het risicoprofiel voor de organisatie en bijbehorende dienstverlening die per 1 januari 2024 door de BedrijfsvoeringsPartner zal worden uitgevoerd. De bedrijfsvoeringsrisico’s worden dus het risicoprofiel van de BedrijfsvoeringsPartner. De risico’s voor de uitvoering van de wetten en regels, het leveren van producten en diensten (primaire taken) door de gemeenten blijven dus ook in de nieuwe situatie de kern van het risicoprofiel van de gemeente met als belangrijk verschil dat de uitvoerende ambtenaren in de uitvoering van de product- en dienstverlening vanaf 1 januari bij de gemeente in dienst zijn.
Het risico bestaat dat de krappe arbeidsmarkt niet volledig voorziet in geschikte kandidaten voor de diverse vacatures die hierdoor zijn ontstaan bij de gemeente en de BedrijfsvoeringsPartner. Het personeelsverloop is daarbij in 2023 vrij hoog geweest. Het ziekteverzuim ligt over een langere periode al boven het landelijke gemiddelde, maar is in de loop van 2023 wel flink afgenomen. De kans dat er meer kosten worden gemaakt voor inhuur blijft aanwezig.

Schuldhulpverlening, bijzondere bijstand (openeinderegelingen): De groep huishoudens die het risico loopt de vaste lasten niet meer te kunnen betalen nam toe en beperkt zich niet tot alleen de lage inkomens. Een groeiende groep inwoners en ondernemers zal naar verwachting een beroep gaan doen op ondersteuning bij het voorkomen/beperken van schulden en/of faillissement.

Weerstandsvermogen

Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken.

Het totaal van de stortingen en onttrekkingen in de algemene reserve is terug te vinden in de Jaarrekening onder het hoofdstuk Toelichting op de balans per 31 december, Overzicht mutaties in de algemene reserve.

Weerstandsvermogen Startcapaciteit Stortingen Onttrekkingen Huidige capaciteit
Algemene reserve 32.758.257 6.869.497 3.638.130 35.989.624
Onvoorzien 25.000 0 0 25.000
Totaal weerstandscapaciteit 32.783.257 6.869.497 3.638.130 36.014.624

Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit.
De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.

Uit de bijbehorende tabel volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 4.597.624 (benodigde weerstandscapaciteit).

Percentage Bedrag
5% 2.387.652
25% 3.129.693
50% 3.646.517
75% 4.154.210
90% 4.597.624
95% 4.859.627
Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 36.014.624 0 7,8
Benodigde weerstandscapaciteit 4.597.624

De normtabel is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente. Het biedt een waardering van het berekende ratio.

Het ratio weerstandsvermogen van de gemeente Ridderkerk valt met ratio 7,8 ruim binnen klasse A, wat staat voor een uitstekend weerstandsvermogen.

Waarderingscijfer Ratio Betekenis
A > 2,0 Uitstekend
B 1,4 - 2,0 Ruim voldoende
C 1,0 - 1,4 Voldoende
D 0,8 - 1,0 Matig
E 0,6 - 0,8 Onvoldoende
F < 0,6 Ruim onvoldoende

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

De financiële positie van de gemeente wordt onder andere in beeld gebracht met kengetallen. Deze kengetallen worden voorgeschreven in het BBV. De gehanteerde kengetallen worden berekend op basis van de balans, het overzicht van baten en lasten en het overzicht van incidentele baten en lasten.
De waarden van de kengetallen zijn ingedeeld in drie categorieën. Deze categorieën sluiten aan bij de landelijk vastgestelde signaleringswaarden. Categorie A is het minst risicovol, categorie C het meest.

De normeringen bij deze kengetallen geven een indicatie van de houdbaarheid van de financiën. De kengetallen samen geven een algemeen beeld over de financiële gezondheid. Op één kengetal (belastingcapaciteit komt in categorie B) na komen de kengetallen allemaal in categorie A uit. Samen met de goede reservepositie geeft dit een positief beeld van de financiële positie.

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C
Netto schuldquote <90% 90-130% >130%
Netto schuldquote gecorrigeerd <90% 90-130% >130%
Solvabiliteitsratio >50% 20-50% <20%
Grondexploitatie <20% 20-35% >35%
Structurele exploitatieruimte >0% 0% <0%
Belastingcapaciteit <95% 95-105% >105%
Kengetallen Jaarrekening 2022 Begroting 2023 Jaarrekening 2023
Netto schuldquote 6,1% 62,0% 26,8%
Netto schuldquote gecorrigeerd 2,1% 62,0% 26,8%
Solvabiliteitsratio 59,3% 41,1% 52,3%
Grondexploitatie -4,6% -4,2% -2,3%
Structurele exploitatieruimte 1,2% 3,8% 0,0%
Belastingcapaciteit 98,2% 94,3% 98,4%

Netto schuldquote

Terug naar navigatie - Netto schuldquote

De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de opbrengsten. Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken.

De schuldquote blijft ruim binnen categorie A. Het verschil tussen de begroting en realisatie is het gevolg van het niet aantrekken van leningen. Deze leningen zijn niet nodig geweest, omdat er minder geïnvesteerd is dan waar eerder rekening mee gehouden is.

Grafiek Netto schuldquote

Solvabiliteitsratio

Terug naar navigatie - Solvabiliteitsratio

De solvabiliteitsratio geeft aan in welke mate de gemeente aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Hoe hoger de ratio, hoe groter de weerbaarheid.

Anders gezegd 52% van het totale vermogen is eigen vermogen. Een goede score en hoger dan bij de begroting. Ook dit heeft te maken met niet aantrekken van leningen.

Grafiek Solvabiliteit

Grondexploitatie

Terug naar navigatie - Grondexploitatie

Het kengetal grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond, kosten minus de opbrengsten in de grondexploitaties, is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.

De (licht) negatieve uitkomsten zijn de vertaling van gunstige, winstgevende, boekwaardes. Het kengetal grondexploitatie valt daardoor in categorie A.

Grafiek Grondexploitatie

Structurele exploitatieruimte

Terug naar navigatie - Structurele exploitatieruimte

De structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen of de structurele ruimte voldoende is om structurele lasten te dragen. De marge tussen categorie A en C is klein.

De nagenoeg neutrale uitkomst laat zien dat de structurele baten gelijk zijn aan de structurele lasten. Hier is het percentage ver achter de komma positief. Maar ook een nagenoeg neutrale uitkomst geeft aan dat de uitgaven van de gemeente nauwgezet gemonitord moeten blijven worden.

Grafiek Structurele exploitatieruimte

Belastingcapaciteit

Terug naar navigatie - Belastingcapaciteit

De benutte belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde van 2023 (€ 944). Als dit percentage laag ligt, betekent dit dat de gemeente meer inkomsten uit belastingen zou kunnen verwerven. Om in aanmerking te komen voor financiële steun vanuit het Rijk (art. 12-status), moeten de lokale belastingen ten minste 120% van het landelijk gemiddelde zijn.

De belastingdruk ligt nog onder het landelijke gemiddelde, maar wel in categorie B.

Grafiek Belastingcapaciteit

Conclusie over huidig risicoprofiel

Terug naar navigatie - Conclusie over huidig risicoprofiel

In de voorgaande onderdelen is een relatie gelegd tussen het risicoprofiel en het benodigde weerstandsvermogen en zijn de financiële kengetallen uitgelicht. Gesteld kan worden dat we een financieel gezonde gemeente zijn. Maar ondanks dat de cijfers een positief beeld laten zien, worden de financiën goed in de gaten gehouden.