Voorwoord

Voor u ligt de Programmabegroting 2023 en de Meerjarenraming 2024-2026. Het is de eerste begroting die u krijgt voorgelegd na de gemeenteraadsverkiezingen van maart van dit jaar.

Na die verkiezingen is een nieuw college gevormd. De deelnemende partijen hebben elkaar gevonden in het coalitieakkoord ‘Hart voor een toekomstbestendig Ridderkerk’ dat reeds aan u is aangeboden.

Dat akkoord is verder uitgewerkt in het collegeprogramma. Het voorgestane beleid, de acties die wij voor de uitvoering daarvan nodig achten en de financiële vertaling daarvan vindt u nog niet terug in dit begrotingsboekwerk. De voorliggende begroting is – net als de Kaderbrief van 13 mei 2022 – dan ook beleidsarm van aard.

De ambities uit het collegeprogramma vinden hun financiële vertaling in de eerste wijziging op deze begroting. Het collegeprogramma en de eerste begrotingswijziging 2023 staan op de agenda van dezelfde raadsvergadering waarin ook deze begroting wordt behandeld.

De inleidende teksten bij de programma’s in deze begroting zijn summierder dan in eerdere begrotingen gebruikelijk was. Voor de programmavisies, die de basis vormen voor deze collegeperiode, verwijzen we naar het collegeprogramma.

Het is niet overdreven om te stellen dat we ons in een uitdagende periode bevinden, in eigen land maar ook mondiaal. De hoge inflatie en stijgende energieprijzen trekken een forse wissel op het huishoudboekje van onze inwoners. Door de onzekere geopolitieke situatie is niet te voorspellen hoe een en ander zich de komende tijd ontwikkelt. Ook corona blijft een punt van zorg en aandacht.

Deze begroting is tegen deze onzekere achtergrond opgesteld. Zo is het in de nabije toekomst een uitdaging hoe we de inflatie laten doorwerken in onze cijfers. Een trendmatige verhoging van de lokale lasten met niet meer dan het inflatiepercentage had altijd iets geruststellends. Dan hadden we het over hooguit een paar procent. Met de inflatiecijfers van nu kijken we hier toch anders tegenaan. In deze begroting is de gebruikte inflatiecorrectie overeenkomstig de cijfers van maart van het Centraal Planbureau (2,2%). Onze financiële positie biedt ruimte dit percentage te hanteren, maar gelet op de ontwikkeling van de inflatie is het maar zeer de vraag of dit lage percentage ook in volgende begrotingen gehanteerd zal kunnen worden.

De begroting die voor u ligt, is structureel sluitend. Dat is in belangrijke mate te danken aan de uitkering uit het gemeentefonds die door de trap-op/trap-af-systematiek in navolging van de hogere uitgaven van het Rijk in de Rijksvoorjaarsnota aanzienlijk gestegen is. Een belangrijke kanttekening hierbij is dat de regering vanaf 2026 deze systematiek mogelijk loslaat, met een forse terugval in onze inkomsten van het Rijk als gevolg.

Overigens is het saldo van deze begroting nog exclusief de 2e Tussenrapportage 2022 en de uitwerking van het collegeprogramma, zoals hierboven aangegeven.

Het vertrekpunt voor deze begroting was een solide financiële positie, die al zoveel jaren kenmerkend is voor onze gemeente. Maar resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Het zal een uitdaging zijn onze financiën op orde te houden in een wereld vol grote onzekerheden, die ook in de Ridderkerkse samenleving worden gevoeld. Dat ontslaat ons niet van de plicht om vol overgave en samen met onze inwoners, ondernemers, partners en ambtelijke organisatie te blijven werken aan een toekomstbestendig Ridderkerk.

We spreken de wens uit dat ook in 2023 Gods zegen op ons werk mag rusten.

Burgemeester en wethouders van Ridderkerk