De Gemeente Ridderkerk voert actief beleid op de beheersing van de risico’s die de gemeente loopt. Gekeken wordt naar de maatregelen die worden getroffen om de risico’s af te dekken. Voor de risico’s waarvoor geen maatregelen getroffen kunnen worden bijvoorbeeld omdat het verzekeren ervan te duur zou zijn, wordt ingeschat welke buffer noodzakelijk is. Dit is de benodigde weerstandscapaciteit. Op basis van de continu geïnventariseerde risico’s en de beschikbare financiële middelen (beschikbare weerstandscapaciteit) is het weerstandvermogen berekend. In dit risicoprofiel worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen benoemd en meegewogen.
Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Risicoprofiel
Terug naar navigatie - RisicoprofielDoor actieve risicobeheersing heeft de gemeente in beeld wat de risico’s zijn en is het mogelijk om het weerstandsvermogen te bepalen. Alle risico’s worden voor zover mogelijk 2 maal per jaar herijkt en er wordt continu geanticipeerd op nieuwe risico’s. Het getoonde risicoprofiel is bepaald vanuit de inventarisatie en analyse zoals uitgevoerd tot en met 28 juni 2022. We kijken vanuit de huidige omstandigheden vooruit met als doel een actueel risicoprofiel te presenteren waarin rekening wordt gehouden met realistische scenario’s voor de nabije toekomst.
De belangrijkste trends en ontwikkelingen worden benoemd en we nemen een geconsolideerd Corona risico op direct gerelateerd aan de mogelijke scenario’s op korte termijn (1 jaar). Dit geldt eveneens voor de impact en de groeiende onzekerheid die de oorlog in Oekraïne op diverse vlakken met zich meebrengt. De gevolgen hiervan laten zich echter zien en voelen over de hele breedte van het risicoprofiel.
In het volgende overzicht worden de belangrijkste (geconsolideerde) risico's gepresenteerd die de grootste invloed hebben bij de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit. Bij ieder risico worden kort de beheersmaatregelen weergegeven. De lijst met belangrijkste risico’s omvat circa 89% van alle geïdentificeerde risico’s.
Nr. | Risico | Maatregelen/Opmerkingen | Klasse | Financieel gevolg | Invloed |
1 | Risicocluster tekorten uitvoering gedecentraliseerde taken sociaal domein | GRBAR organisatie, monitoring/ benchmarking, business intelligence, competentie-ontwikkeling, SPP | 4 | 1.500.000 | 19,84% |
2 | Risico dat de BAR-organisatie haar taken niet kan uitvoeren binnen het beschikbaar gestelde budget | BAR-organisatie, procesmanagement, monitoring, business intelligence, competentieontwikkeling | 4 | 1.200.000 | 14,51% |
3 | Risicocluster uitvoering wet- en regelgeving beveiliging data/ informatie/ gegevens/ privacy | GRBAR organisatie, Proces meldpunt datalekken, beheer register gegevensverzamelingen, Compliance | 4 | 1.000.000 | 14,49% |
4 | Risicocluster uitvoering Jeugdwet- tekorten die ontstaan in de uitvoering van de Jeugdwet | Beperkte invloed, GRBAR organisatie, transformatie keten, monitoring/ benchmarking, business intelligence | 4 | 1.000.000 | 11,03% |
5 | Cluster Corona risicodekking Ridderkerk | Uitkomst van corona risicosimulatie | 5 | 566.000 | 8,05% |
6 | Risico's niet te dekken binnen grondexploitaties | Uitkomst risico-inventarisatie | 4 | 247.000 | 5,59% |
7 | Overschrijding van budget(ten) WMO | Beperkte invloed, GRBAR organisatie, monitoring, business intelligence | 5 | 400.000 | 5,25% |
8 | Risico tekorten in open eind-regelingen Schulddienstverlening, Schuldhulp- verlening, bijzondere bijstand | Schulddienstverlening: preventie, competentieontwikkeling, business intelligence | 4 | 400.000 | 5,19% |
9 | Financiële- en imagorisico's op door de gemeente gesubsidieerde instellingen | Frequent toepassen audits, analyse P&C voortgangsrapportages van instellingen. | 3 | 400.000 | 3,14% |
10 | Arbeidsongeschiktheid van collegelid/ -leden | Geaccepteerd risico i.p.v. verzekeren | 1 | 1.287.000 | 1,62% |
Totaal van alle risico 's: € 11.307.000 |
Het bovenstaande overzicht toont risico’s die incidenteel schade op kunnen leveren met daarbij het maximale financiële gevolg. De onderstaande tabel geeft aan hoe groot de kans is in lengte van tijd en hoe de spreiding in tijd is terug te vertalen.
Kwantiteit | Referentiebeelden | Kansklasse | Toelichting kansklasse |
10% | 0 of 1 keer per 10 jaar | 1 | Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het onwaarschijnlijk is dat deze zich in de komende jaren voordoen. |
30% | 1 keer per 5 – 10 jaar | 2 | Deze klasse hanteren we voor risico’s waarvan het niet waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar voordoen. |
50% | 1 keer per 2 – 5 jaar | 3 | Deze klasse hanteren we voor risico’s die zich in het komende jaar wel maar ook niet kunnen voordoen. |
70% | 1 keer per 1 – 2 jaar | 4 | Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar zullen voordoen. |
90% | 1 keer per jaar of meer | 5 | Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het zeer waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar gaan voordoen. |
Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast, omdat het reserveren van het maximale bedrag € 11.307.000 ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden.
Beschikbare weerstandscapaciteit
Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteitDe beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Ridderkerk bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken.
Weerstandsvermogen | Geprognotiseerd saldo |
Algemene reserve | 31.812.620 |
Onvoorzien | 25.000 |
Totaal weerstandscapaciteit | 31.837.620 |
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit
Terug naar navigatie - Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteitOm te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.
Uit onderstaande tabel met zekerheidspercentages volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 5.070.339 (benodigde weerstandscapaciteit).
Percentage | Bedrag |
10% | € 2.857.837 |
25% | € 3.388.328 |
50% | € 3.978.279 |
75% | € 4.563.958 |
90% | € 5.070.339 |
95% | € 5.367.294 |
De normtabel biedt een waardering van het berekende ratio.
Ratio weerstandsvermogen | 0 | Beschikbare weerstandscapaciteit | 0 | 31.837.620 | 0 | 6,3 |
Benodigde weerstandscapaciteit | 5.070.339 |
Normtabel
De normtabel is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente. Het biedt een waardering van het berekende ratio. Het ratio weerstandsvermogen van de gemeente Ridderkerk valt met 6,3 binnen klasse A, wat staat voor een uitstekend weerstandsvermogen.
Waarderingscijfer | Ratio | Betekenis |
A | > 2,0 | Uitstekend |
B | 1,4 – 2,0 | Ruim voldoende |
C | 1,0 – 1,4 | Voldoende |
D | 0,8 – 1,0 | Matig |
E | 0,6 – 0,8 | Onvoldoende |
F | < 0,6 | Ruim onvoldoende |
Ontwikkeling risicoprofiel
Terug naar navigatie - Ontwikkeling risicoprofielTrends & ontwikkelingen risicoprofiel Ridderkerk
In deze paragraaf worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen in relatie gebracht met de risico’s van de gemeente. De gemeente kan onzekerheden positief beïnvloeden door investeringen en maatregelen te treffen. In deze paragraaf worden onzekerheden en risico’s toegelicht en daarbij worden negatieve scenario’s als input gebruikt.
Het sociaal domein laat nog steeds een trend zien van sterk stijgende kosten als het gaat om de het Wmo en de Jeugdwet. De kosten voor de uitvoering van de participatiewet stabiliseren. Het rijk past niet structureel bij. Als de stijgende kosten gedekt moeten worden uit het bedrag waarmee het gemeentefonds jaarlijks wordt aangepast leidt dat in de toekomst tot bezuinigingen.
Risico decentralisaties: De gemeenschappelijke regeling Jeugdhulp Rijnmond werkt met ingang van 2023 niet meer met het vlaktaks-model waardoor iedere deelnemende gemeente alleen nog uitgaven zal gaan hebben voor hun jeugdigen. Vanaf begroting 2023 wordt als kosten verdeelmethode voor de zorglasten gekozen voor een lastenraming die eenvoudiger en transparanter is en bijdraagt aan een realistischer raming. Hiermee wordt invulling gegeven aan de gewenste verschuiving van gezamenlijke regionale anticipatie op onbekende risico’s (Decentralisaties, 2014) naar individuele gemeentelijke verantwoordelijkheid voor en sturing op de jeugdhulpinzet (Regiovisie, 2023). Vanuit de ervaringen die komende periode worden opgedaan kan de risicobeheersing sterk worden verbeterd en het opgenomen risico veel scherper worden ingeschat.
Corona maakt inmiddels deel uit van ons bestaan. Ten tijde van het opstellen van dit profiel zijn de maatregelen nagenoeg volledig afgeschaald geweest maar worden in de zorg voorzichtig weer maatregelen geactiveerd. Het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames neemt weer toe en wordt er rekening gehouden met overbelasting door schaarste van personeel in de zomer. Nieuwe pieken worden voorspeld in de herfst doorlopend tot aan het voorjaar van 2023. De scenario’s die hierbij worden geschetst zijn wel milder van toon qua geschetste gevolgen en maatregelen. We zien dat de hieraan gekoppelde financiële risico’s met betrekking tot corona nog steeds stevig zijn, maar substantieel lijken af te nemen ten opzichte van voorgaande jaren.
De oorlog in Oekraïne: De aanhoudende oorlog heeft in toenemende mate gevolgen voor de gemeente. Het realiseren van opvang en huisvesting voor de korte en langere termijn organiseren kunnen voor een grotere toename van benodigde weerstandscapaciteit gaan zorgen. Er gaat ambtelijke capaciteit naar de opvang en begeleiding van vluchtelingen en de administratieve organisatie hieromtrent. Aan de opvangtaak van de gemeente zijn vergoedingen gekoppeld. Vooralsnog geldt de insteek dat de gemeente geen financiële schade op mag lopen door de taken die hierin zijn ontstaan. We houden er rekening mee dat de kans op financiële schade als gevolg van de oorlog wel degelijk aanwezig is en toe zal nemen met het aanhouden er van.
Sterk stijgende energieprijzen, hoge inflatie: Onder andere door de oorlog en de sancties die het Westen oplegt aan Rusland blijven de prijzen van allerlei producten stijgen. Niet alleen van gas, olie en benzine, maar ook van voedingsmiddelen, ruwe grondstoffen en bouwmaterialen blijven de prijzen stijgen. Dit zorgt ervoor dat de inflatie flink is gestegen en rond de 10 procent ligt. De koopkracht neemt zo snel af dat het voor veel huishoudens problemen op kan gaan leveren. Bouw- en onderhoud kosten lopen eveneens hard op.
Schuldhulpverlening, bijzondere bijstand: Een groeiende groep inwoners en ondernemers zal naar verwachting een beroep gaan doen op ondersteuning bij het voorkomen/beperken van schulden en/of faillissement. De groep huishoudens die het risico loopt de vaste lasten niet meer te kunnen betalen neemt toe en beperkt zich niet tot de lage inkomens.
Oplopende kosten bedrijfsvoering (BAR-organisatie): Zoals eerder aangegeven versterken diverse ontwikkelingen elkaar momenteel. De capaciteit die nu op de aan crisis gerelateerde activiteiten wordt ingezet levert elders gebrek aan capaciteit op. Er is sprake van hoger ziekteverzuim onder gemeenteambtenaren, extra uitgaven op inhuur, hogere werkdruk. Er is hierbij sprake van een krappe arbeidsmarkt ook wel werknemersmarkt. Het werven van goed personeel wordt steeds lastiger en duurder. Vrijwillig ontslag kan een vlucht nemen en een toenemend risico gaan vormen omdat de vraag in de arbeidsmarkt groot is en de lokale overheid een lastige concurrentiepositie heeft.
ICT/ Informatiebeveiliging: De bescherming van alle gevoelige informatie en het aanbieden van moderne en veilige digitale product- en dienstverlening ontkomt ook niet aan oplopende kosten van noodzakelijk onderhoud, beheer en doorontwikkeling. De kosten voor ICT en informatiebeveiliging lopen de laatste jaren sneller op. De gemiddelde kosten per inwoner ontwikkelt zich komende periode van € 95 richting € 100. Dit heeft alles te maken met de toenemende eisen die noodzakelijkerwijs worden opgelegd en synchroon hieraan onder meer de ontwikkeling van kennis en kunde bij kwaadwillenden. Het verschil tussen de investering die werkelijk wordt gedaan en wat er gemiddeld nodig is vormt een belangrijke indicatie voor de risico-inschatting.
De gemeente krijgt steeds meer last van bovengenoemde ontwikkelingen als het gaat om bijvoorbeeld het assetmanagement (beheer en onderhoud van gemeentelijke eigendommen zoals gebouwen, gemalen etc.). Bouw- en onderhoudsbedrijven hebben veel werk terwijl personeel schaars is en grondstoffen en bouwmateriaal veel duurder worden.
Arbeidsongeschikt van Collegeleden is een geaccepteerd risico. Hiervoor wordt gekozen in plaats van kostbare verzekering.
Bestuurlijke en financiële verhoudingen Rijk en decentrale overheden (risico Rijksbijdrage gemeentefonds). Er is sprake van een (toegenomen) disbalans tussen financiële en bestuurlijke verhoudingen tussen Rijk en decentrale overheden. Onder andere de schommelingen in de bijdragen van het gemeentefonds en onzekerheid over de toekomst van de verdeling van het gemeentefonds vormt een risico. Dit risico valt momenteel buiten de top 10.
Verbonden partijen. Risico’s van bijna alle risicodragende verbonden partijen worden in de loop van 2022 en 2023, in één cluster samengevoegd gerelateerd aan paragraaf verbonden partijen. Voor de verbonden partijen wordt één risicoprofiel opgesteld waarop een risicosimulatie wordt uitgevoerd. Op dit moment komt dit clusterrisico niet terug in de top 10. Uitzondering hierop vormt nu nog de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond welke nu nog onderdeel is van het cluster risico decentralisaties en de uitvoering van de Jeugdwet, welke prominent aanwezig zijn in de top 10. Het risico van de gemeenschappelijke regeling Nieuw Reijerwaard levert momenteel een positief risico op en is niet langer negatief van invloed op de benodigde weerstandscapaciteit.
Kengetallen
Terug naar navigatie - KengetallenDe financiële positie van de gemeente wordt onder andere in beeld gebracht met kengetallen. De gehanteerde kengetallen worden onder meer berekend op basis van de geprognotiseerde balans.
De waarden van de kengetallen zijn ingedeeld in drie categorieën. Deze categorieën sluiten aan bij de landelijk vastgestelde signaleringswaarden. Categorie A is het minst risicovol, categorie C het meest.
De normeringen bij deze kengetallen geven een indicatie van de houdbaarheid van de financiën. De kengetallen samen geven een algemeen beeld over de financiële gezondheid.
Kengetal | Categorie A | Categorie B | Categorie C |
Netto schuldquote | <90% | 90-130% | >130% |
Netto schuldquote gecorrigeerd | <90% | 90-130% | >130% |
Solvabiliteitsratio | >50% | 20-50% | <20% |
Grondexploitatie | <20% | 20-35% | >35% |
Structurele exploitatieruimte | >0% | 0% | <0% |
Belastingcapaciteit | <95% | 95-105% | >105% |
Kengetallen | Jaarrekening 2021 | Primitieve begroting 2022 | Begroting 2023 |
Netto schuldquote | 0,3% | 71,0% | 63,2% |
Netto schuldquote gecorrigeerd | -0,9% | 69,8% | 62,0% |
Solvabiliteitsratio | 58,6% | 38,7% | 41,1% |
Grondexploitatie | -3,0% | -4,6% | -4,2% |
Structurele exploitatieruimte | 1,6% | 2,5% | 3,8% |
Belastingcapaciteit | 96,8% | 97,1% | 94,2% |
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de opbrengsten. Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. De schuldquote blijft ruim binnen categorie A. De stijging van de schuldquote wordt veroorzaakt door het aantrekken van leningen om het financieringstekort op te vangen als gevolg van de ambities en investeringen die de komende jaren zijn gepland.
De solvabiliteitsratio geeft aan welk gedeelte van het bezit met eigen vermogen is gefinancierd. Na een aantal jaren met een solvabiliteit van boven de 50% zien we een daling. Dit is te verklaren door het aantrekken van aanvullend vreemd vermogen, waardoor de solvabiliteit weer enigszins terugloopt. De ratio komt hierdoor in categorie B.
Het kengetal grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond, kosten minus de opbrengsten in de grondexploitaties, is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.
De (licht) negatieve uitkomst in de jaren 2023 tot en met 2026 is de vertaling van gunstige, winstgevende, boekwaardes. Het kengetal grondexploitatie valt daardoor in categorie A.
De structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen of de structurele ruimte voldoende is om structurele lasten te dragen. De marge tussen categorie A en C is klein.
De meerjarige ontwikkeling laat nog altijd een schommeling net boven de 0 zien, waarbij de waarde een verbetering laat zien ten opzichte van de begroting 2022. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken.
De benutte belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde van 2022. De belastingdruk ligt nog onder het landelijke gemiddelde, maar schuift wel dichter naar de 100% (het landelijk gemiddelde).
Ook meerjarig wordt de ontwikkeling van de lastendruk vergeleken met het gemiddelde in 2022. Gegevens van 2023 zijn nog niet bekend en dus geeft de vergelijking een scheef beeld. Het landelijk gemiddelde zal namelijk niet gelijk zijn aan die van 2022.