Toelichting op overzicht baten en lasten

Gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd

Terug naar navigatie - Gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd

Doorwerking structurele effecten uit P&C-documenten
De structurele effecten uit de jaarrekening 2021 en 1e Tussenrapportage 2022 zijn onderdeel van de primitieve begroting 2023.

Investeringen 2023-2026
Voor de begroting 2023 wordt volgens de nota Activabeleid 2021 een investeringslijst 2023-2026 opgesteld. Een realistische planning van deze investeringen moet leiden tot een evenwichtige spreiding over de planperiode. De kapitaallasten zijn gerekend vanaf 1 januari van het jaar ná oplevering van de investering.

Indexering
Consumentenprijsindex op prijs- en loonstijging-gevoelige uitgaven
Om de (inflatie-gevoelige) budgetten gedeeltelijk mee te laten groeien met de stijging van de inflatie wordt op basis van de prognose van het Centraal Plan Bureau (CPB) in het jaarlijks Centraal Economisch Plan van maart 2022 het inflatiepercentage van de Geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP) gebruikt. Dit percentage bedraagt voor het begrotingsjaar 2023 2,2%.

Regionale indexering (vier grote) gemeenschappelijke regelingen
Op 7 december 2021 heeft het college ingestemd met de door de Kring van gemeentesecretarissen voorgestelde financiële kaders voor de op te stellen begrotingen 2023 door gemeenschappelijke regelingen VRR, GGD, DCMR en GRJR. Dit betekent een (totale) inflatiecorrectie van 4,8%.
Voor de MRDH geldt een afwijkend percentage. Regio Haaglanden coördineert de indexering van de inwonersbijdrage aan het programma Economisch Vestigingsklimaat. Deze indexering komt uit op 0,6% voor loonkosten en 2,3% voor materiële kosten. De bijdrage per inwoner neemt daardoor per saldo toe met 1,8% van € 2,77 tot € 2,82.

Indexering van (belasting)tarieven en heffingen
Belastingen en heffingen worden conform het tarievenbeleid met de inflatie gecorrigeerd dan wel trendmatig verhoogd. Daarnaast wordt bij de opbrengsten rekening gehouden met de woningbouwplanning (areaaluitbreiding) en verminderingen op aanslagen (in verband met bezwaren).
Voor het bepalen van de hoogte en de samenstelling van de tarieven voor (gebonden) heffingen, zoals riool- en afvalstoffenheffing en lijkbezorgingsrechten wordt uitgegaan van kostendekkende tarieven.

Algemene uitkering uit het Gemeentefonds
De algemene uitkering in de begroting 2023 wordt berekend op basis van de meicirculaire 2022. Op advies van de provincie, Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) wordt in de begroting nog geen rekening gehouden met de mogelijke voordelen van de herijking van de algemene uitkering uit het gemeentefonds.

Algemene reserve
In Nota Reserves en Voorzieningen Ridderkerk 2021 - 2024 is als ondergrens van de algemene reserve € 20 miljoen opgenomen.

Renten
Marktrente financieringstekort
De marktrente voor het te berekenen financieringstekort wordt gebaseerd op de rente (ontwikkelingen) in augustus 2022 van een 20-jarige lening met jaarlijkse aflossing: 2,0% meerjarig voor nieuw af te sluiten leningen.

Rente grondexploitaties
In de Meerjarenprognose grondexploitaties (MPG) van maart 2022 zijn de laatste voorschriften uit het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) toegepast. Op basis van de berekening in de jaarrekening 2021 wordt in het MPG 2022 1,27% rente toegerekend aan de grondbedrijfcomplexen.

Rente investeringen (omslagrente)
Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat rente via de taakvelden wordt toegerekend aan de programma’s. Door gebruik te maken van een renteomslag wordt de manier van verantwoorden van de rente in de begroting geharmoniseerd. De gehanteerde omslagrente mag niet meer dan 0,5% afwijken van de berekende omslagrente. Voor 2023 hanteren we een omslagpercentage van afgerond 1,1%.

Dividend
In deze financieel onzekere tijden wordt de dividendopbrengst in de begroting gehandhaafd op het niveau van de begroting 2022.

Financieel toezichtkader van de provincie
De uitgangspunten van de provincie om voor repressief toezicht in aanmerking te komen zijn:

  1. De begroting 2023-2026 moet structureel en reëel in evenwicht zijn of als de begroting niet structureel en reëel in evenwicht is, moet aannemelijk zijn dat dit evenwicht uiterlijk in 2026, het laatste jaar van de meerjarenraming, tot stand wordt gebracht.
  2. De vastgestelde jaarrekening 2021 moet vóór 15 juli 2022 en de begroting 2023 vóór 15 november 2022 aan Gedeputeerde Staten te zijn toegezonden.

Daarnaast geldt ook dat de jaarrekening 2021 structureel en reëel in evenwicht moet zijn. In het geval de jaarrekening niet structureel in evenwicht is, moet het structurele saldo worden betrokken bij de beoordeling van de begroting 2023.

Met het ‘structureel en reëel evenwicht’, in bovenstaande punten, wordt bedoeld dat in de begroting de structurele lasten zijn gedekt door structurele baten. Reëel houdt in dat sprake is van volledige, realistische en haalbare ramingen. Bij mogelijke bezuinigingen, ombuigingen en taakstellingen wordt gesteld dat deze ook voldoende onderbouwd moeten zijn met een reëel bezuinigingsplan. Daarmee wordt bedoeld dat het een aannemelijk plan is met voldoende zekerheid om de maatregelen tijdig en volledig te realiseren.

Samenvatting en analyse op hoofdlijnen

Terug naar navigatie - Samenvatting en analyse op hoofdlijnen

Onderstaande tabel bevatten een opsomming van de financiële mutaties in de begroting.

Nr. Omschrijving 2023 2024 2025 2026
Begrotingssaldo tot en met structurele gevolgen 1e Tussenrapportage 2022 603.097 826.697 970.097 1.199.497
1 Indexering 2023 -1.154.100 -1.150.200 -1.120.600 -1.115.200
2 Dutch fresh Port -50.000 -50.000
3 Praktijkondersteuning huisarts GGZ - jeugd -131.000 -131.000 -131.000 -131.000
4 Afbouw dekking uren grondexploitaties -68.500 -161.300 -209.700 -258.600
5 BAR-bijdrage, periodieken begroting 2023 -81.100 -81.100 -81.100 -81.100
6 BAR-bijdrage, inflatie begroting 2023 -86.100 -86.100 -86.100 -86.100
7 Inkoop deel dagelijkse en ambulante jeugdhulp van GRJR -632.000 -632.000 -632.000 -632.000
8 Dekking inkoop deel dagelijkse en ambulante jeugdhulp van GRJR 250.000 250.000 250.000 250.000
9 Algemene uitkering 12.632.000 10.729.000 12.666.000 4.590.000
10 Terugdraaien stelpost jeugd, algemene uitkering -2.518.050
11 Hogere energiekosten gemalen -273.000 -273.000 -273.000 -273.000
12 Meerkosten verkiezingen -103.800 -53.600 -53.600 -55.600
13 Aanpassing bijdrage VRR incl. aanpassing verdeelsleutel -348.000 -506.600 -665.400 -774.700
14 Lager aanbod GFT 57.300 57.300 57.300 57.300
15 Daling hoeveelheid restafval minder dan verwacht -137.000 -137.000 -137.000 -137.000
16 Hogere opbrengst oud papier 58.000 58.000 58.000 58.000
17 Jeugdgezondheidszorg, kostenstijging CJG Rijnmond -126.400 -126.400 -126.400 -126.400
18 Toename energiekosten openbare verlichting -189.500 -189.500 -189.500 -189.500
19 3 FTE projecten en 1 FTE Kabels en leidingen ipv uitbesteed werk 120.000 120.000 120.000 120.000
20 Bijstelling raming OZB woningen -92.500 17.500 -127.500 9.000
21 Bijstelling raming OZB niet woningen -157.000 -41.600 -67.000 165.700
22 Lokale jeugdhulp ZIN, Verhoging tarieven dyslexie en toevoegen voedingscomponent dagbehandeling en - activiteiten -120.200 -120.200 -120.200 -120.200
23 Versterking capaciteit I&A en Dienstverlening -520.100 -646.200 -592.800 -449.000
24 Vervallen erfpachtinkomsten tankstation/truckparking -78.000 -78.000 -78.000
25 Aanpassing bijdrage GR Jeugdhulp Rijnmond -81.000 -81.000 -81.000 -81.000
26 Bijraming baten rioolheffing 356.800 371.200 301.700 582.200
27 Verrekening met voorziening beklemde middelen riolering 45.100 30.900 100.500 -180.000
28 Toevoeging aan voorziening wachtgelden wethouders -380.000
29 Mutatie in kapitaallasten 896.800 656.100 81.800 15.100
30 Hogere dekking uren op investeringen 284.700 168.800
31 Leges WABO-vergunningen 306.500
32 Vervallen stelpost kapitaallasten -80.000 -80.000 -80.000 -80.000
33 Vervallen ombuiging afschaffen abonnementstarief volgens Krimpens model -260.000 -260.000 -260.000 -260.000
34 Vervallen taakstelling leerlingenvervoer nieuwe aanbesteding 2024 -150.000 -150.000 -150.000
35 Bijstelling raming afval NV Afvalbeheer -69.300 -69.300 -69.300 -69.300
36 Bijstelling raming afvalstoffenheffing 78.800 228.300 312.000 319.200
37 Bijstelling financieringslasten -344.000 -828.000 -952.000 -820.000
Diverse kleine mutaties -339.400 -291.300 -321.400 -270.900
Totaal begroting incl. verwerkte mutaties 7.347.047 7.290.397 8.312.797 947.397

Toelichting samenvatting van de begroting 2023 - 2026

Terug naar navigatie - Toelichting samenvatting van de begroting 2023 - 2026
  1. Indexering 2023
    Aan de meerjarenbegroting 2023-2026 is, conform de uitgangspunten, 2,2% inflatie toegevoegd.
  2. Dutch Fresh Port
    In het kader van de verdere invoering van de doorstromingsmaatregelen/haltes/first- en last mile maatregelen HOV Rotterdam - Ridderkerk en de bouwstenen uit het Ontwikkelplan Dutch Fresh Port is onderzoek naar de functie van de Populierenlaan aIs toekomstbestendig beeld met betrekking tot leefbaarheid, verkeer en mobiliteit noodzakelijk. Hiervoor zijn in 2023 en 2024 kosten geraamd.
  3. Praktijkondersteuning huisarts GGZ – jeugd
    In januari 2020 is gestart met pilot ‘Praktijkondersteuner Huisarts GGZ-Jeugd’ in huisartsenpraktijk Het Doktershuis. De pilot is geëvalueerd en de inzet wordt voortgezet.
  4. Afbouw dekking uren grondexploitaties
    Omdat het aantal grondexploitaties afneemt, neemt ook de dekking van uren hiervoor op de BAR-bijdrage af. Dit heeft een nadeel voor de gemeentebegroting tot gevolg. Dit nadeel wordt deels afbouwend gedekt uit de daarvoor bij de jaarrekening 2021 gevormde reserve afbouw dekking Grondexploitaties.
  5. BAR-bijdrage, periodieken begroting 2023
    Het toekennen van periodieken aan medewerkers heeft in 2023 een kostenstijging van € 81.100 (aandeel RK) tot gevolg.
  6. BAR-bijdrage, inflatie begroting 2023
    Voor het te hanteren inflatiepercentage in de primitieve begroting van de BAR-organisatie wordt altijd uitgegaan van de prognoses in het jaarlijks verschijnende Centraal Economisch Plan van het Centraal Plan Bureau (CPB). In het Centraal Economisch Plan 2022 voorspelt het Centraal Planbureau een inflatie van 2,2% voor het jaar 2023, dat gaat om een bedrag van € 86.100 (aandeel RK).
  7. Inkoop jeugdhulp GRJR
    In de regiovisie Nabij en Passend is de ambitie uitgesproken dat jongeren meer dan voorheen hulp in de eigen leefomgeving gaan ontvangen. Om dit te realiseren is ervoor gekozen dat de inkoop van een substantieel deel van dag- en ambulante jeugdhulp vanuit perceel D en E van de GRJR verschuift van het regionale naar het lokale niveau. Dit betekent ook een verschuiving van de financiële verantwoordelijkheid. Op basis van de verdeling over alle 15 gemeenten zijn de uitnamen uit de begroting van de GRJR 2023 berekend. Voor Ridderkerk gaat het om een bedrag van € 632.000. Hierdoor zullen de kosten op lokale jeugdhulp vanaf 2023 structureel stijgen met € 632.000.
  8. Dekking inkoop jeugdhulp GRJR
    Hiervan kan € 250.000 structureel gedekt worden uit het budget specialistische jeugdhulp.
  9. Algemene uitkering
    Verwerkt is het voor Ridderkerk positief uitpakkende herverdeeleffect wegens doorvoering herijking gemeentefonds per 1 januari 2023.  Het voordeel loopt op naar een bedrag van structureel € 1,8 miljoen dat met een ingroeipad van 3 jaar in 2025 wordt bereikt.
    In 2023 ontvangen we incidenteel € 3,7 miljoen extra budget voor Jeugdzorg.
    Met name fors hogere accressen van het Rijk in de recente meicirculaire zorgen voor een positieve ontwikkeling tot en met 2025. Ook 2026 ontwikkelt zich nog wel positief, maar ten opzichte van 2025 is sprake van een forse structurele terugval (ravijnjaar 2026).  Zie Raadsinformatiebrief meicirculaire gemeentefonds 2022 van 1 juli 2022.
  10. Terugdraaien stelpost jeugd
    De voor Jeugdzorg voorlopig gereserveerde stelpost van € 2,5 miljoen vervalt.
  11. Hogere energiekosten gemalen
    Vanaf 2023 zijn hogere energiekosten geraamd voor eindgemaal P02 en overige gemalen.
  12. Meerkosten verkiezingen
    Meerdaags stemmen zorgt voor meer presentiegelden, huur gebouwen en materialen. De kostprijzen van materialen, met name papierkosten, zijn gestegen. Ook de inzet van trotters (mobiele billboards) zorgt voor structurele meerkosten bij elk verkiezingsmoment.
  13. Aanpassing bijdrage VRR incl. aanpassing verdeelsleutel
    De Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) heeft besloten dat de VRR haar dienstverlening zal uitbreiden. Daar zijn extra middelen voor nodig. Daarnaast is de huidige verdeelsleutel niet meer passend en daarom heeft het AB besloten de verdeelsleutel te wijzigen. Ook dat brengt extra kosten met zich mee. Deze mutatie betreft dan ook de gevolgen van de ontwikkelagenda de nieuwe verdeelsleutel én het accres. Dit alles conform de begroting 2023 van de VRR.
  14. Lager aanbod GFT
    Het aanbod GFT is lager dan waarmee is gerekend in de begroting, dit wordt veroorzaakt doordat in het restafval nog veel GFT zit. Op deze post geeft dit een voordeel.
  15. Daling hoeveelheid restafval
    De raming van de verwerkingskosten restafval is aangesloten op de werkelijke kosten 2022. De daling van de hoeveelheid restafval, door de invoering van het variabel tarief, is tot heden minder groot dan verwacht in de begroting. Op het restafval wordt daarom een nadeel verwacht.
  16. Hogere opbrengst oud papier
    Daarnaast zal er ook een voordeel zijn op oud papier door het hogere tarief.
  17. Jeugdgezondheidszorg
    CJG Rijnmond is een van de verbonden partijen. Zij hebben te maken met fors stijgende kosten door de huidige ontwikkelingen. Dit heeft onder andere te maken met de ontwikkelingen van de loonkosten en de stijgende huisvestingskosten en heeft direct effect op de kosten van hun dienstverlening. De kosten van de diverse diensten van CJG Rijnmond worden betaald vanuit de budgetten Jeugdgezondheidszorg, Lokaal Preventief Jeugd, het SiSa-voorrangsbeleid en de specifieke uitkering (SPUK) van het Onderwijsachterstandenbeleid. Op Lokaal Preventief Jeugd en op Jeugdgezondheidszorg dient structureel extra budget opgenomen te worden in de begroting om deze kosten te kunnen dekken. Daarnaast zijn er extra kosten voor stichting Enver, die structureel in de begroting opgenomen dienen te worden.
  18. Toename energiekosten openbare verlichting
    Vanaf 2023 begroten we extra energiekosten bovenop de verhoging die in 2022 al is doorgevoerd. Deze kosten zijn nauwelijks beïnvloedbaar en worden structureel meegenomen.
  19. Fte Kabels & Leidingen
    Voor team projecten (Cluster Voorbereiding en Beheer) wordt er voor gekozen om per 2023 BAR-breed drie fte inhuur om te zetten naar vaste formatie.  Ook wordt er voor gekozen om BAR-breed een fte werkvoorbereider Kabels & Leidingen in vaste dienst aan te stellen. De bijdrage aan de BAR-begroting wordt verhoogd en uitbesteed werk wordt verlaagd. Per saldo levert dit een voordeel op voor de begroting.
  20. Bijstelling raming OZB woningen
    Op basis van de actuele stand van de WOZ per juli 2022 rekening houdend met geschatte waardestijging van 11% voor de woningen is deze OZB-opbrengstraming 2023 berekend. Hierbij is de inflatiecorrectie van 2,2% op de tarieven toegepast nadat deze zijn gecorrigeerd met deze geschatte waardestijgingen. De areaaluitbreiding woningen (saldo sloop en nieuwbouw) op basis van de actuele woningbouwprognose 2023 en verder, is in meerjarig perspectief meegenomen. Bijstelling van woningbouwprognose voor het begrotingsjaar 2023 heeft ertoe geleid dat de OZB-ramingen van de woningen in meerjarig perspectief bijgesteld zijn ten opzichte van de meerjarige raming uit 2022.
  21. Bijstelling raming OZB niet-woningen
    Op basis van de actuele stand van de WOZ per juli 2022 rekening houdend met geschatte waardestijging van 1% voor de niet-woningen is deze OZB-opbrengstraming 2023 berekend. Hierbij is de inflatiecorrectie van 2,2% op de tarieven toegepast nadat deze zijn gecorrigeerd met deze geschatte waardestijgingen. De verwachte areaaluitbreiding van de niet-woningen in Nieuw Reijerwaard en Cornelisland is op basis van de actuele stand in meerjarig perspectief meegenomen. De verwachte areaaluitbreiding van de niet-woningen heeft vertraging opgelopen met als gevolg een aanpassing van de meerjarige opbrengstraming van de OZB niet-woningen ten opzichte van de raming in 2022. Deze vertraging heeft te maken met uitstel van de verkoop en de bouw van bedrijfspanden in Nieuw Reijerwaard en Cornelisland.
  22. Lokale jeugdhulp ZIN
    Middels de aanbesteding lokale zijn de tarieven voor dyslexie verhoogd. De verhoging is berekend op de cliëntaantallen en de bijbehorende uitgaven voor het jaar 2020.
    Daarnaast is voor Dagbehandeling en Dagactiviteit een voedingscomponent per dagdeel toegevoegd dit heeft eveneens invloed op de kosten. De verhoging is berekend op de cliëntaantallen van 2020, waarbij gemiddeld 6 dagdelen per week gebruik werd gemaakt van Dagbehandeling of Dagactiviteit voor een periode van 50 weken.
  23. Versterking capaciteit I&A en Dienstverlening
    Aandeel Ridderkerk in de minimale versterking van de capaciteit van I&A en Dienstverlening, die nodig is om de basisactiviteiten op niveau te houden en te kunnen blijven voldoen aan wet- en regelgeving.
  24. Vervallen erfpachtinkomsten tankstation/truckparking
    Omdat er geen sprake meer is van erfpacht voor het kavel in Nieuw Reijerwaard, ten behoeve van het tankstation en de truckparking, komen de geraamde inkomsten hiervoor te vervallen.
  25. Aanpassing bijdrage GR Jeugdhulp Rijnmond
    Op grond van de begroting van de GR Jeugdhulp Rijnmond moet voor het aandeel van Ridderkerk hierin worden bijgeraamd.
  26. Bijraming baten rioolheffing
    De hogere baten worden grotendeels veroorzaakt door een hoger tarief voor de rioolheffing. In de begroting 2023 is uitgegaan van een kostendekkend tarief. De tarieven stijgen hierdoor met 12,4% in plaats van 4% op basis van het Gemeentelijk Rioleringsplan.
  27. Verrekening met voorziening beklemde middelen riolering
    De afwijkingen worden veroorzaakt door mutaties in de kapitaallasten en door verschillen in de opbrengst rioolheffing als gevolg van mutaties in het aantal aansluitingen.
  28. Voorziening wachtgelden wethouders
    Er zijn drie wethouders die aanspraak maken op een wachtgelduitkering. De duur en hoogte van de uitkeringen van de drie wethouders lopen vrijwel gelijk. Hiervoor wordt een toevoeging aan de voorziening wachtgelden wethouders geraamd. De hoogte van de uitkeringen bedragen in 2023 tot half mei 80 % en de rest van jaar 70%. In 2024 (en 2025) is hoogte van de uitkeringen 70%. In 2025 lopen de uitkeringen af. Twee in juli 2025 en één in mei 2025.
  29. Mutatie in kapitaallasten
    Verschuivingen en mutaties in diverse investeringen leiden tot mutaties in afschrijvingslasten.
  30. Hogere dekking uren op investeringen
    Omdat in 2023 en 2024 meer uren van eigen personeel op investeringen zijn geraamd en door een verschuiving van inhuur naar eigen personeel, is de dekking van de BAR-bijdrage incl. overhead hoger.
  31. Leges WABO-vergunningen
    De meerjarenraming van de leges Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) is bijgesteld naar aanleiding van de huidige prognose van de te verwachten aanvragen van grote bouwprojecten, met name op Nieuw Reijerwaard en in het centrumgebied van Ridderkerk.
  32. Vervallen stelpost kapitaallasten
    Op voorhand is rekening gehouden met vrijval van budgetten in casu kapitaallasten, als gevolg van afwijkingen van de planning. Nu blijkt dit een onnodige stelpost (risico) in de begroting te zijn. De stelpost kan derhalve komen te vervallen.
  33. Vervallen ombuiging afschaffen abonnementstarief
    Per 2023 vervalt de ombuiging afschaffen abonnementstarief volgens Krimpens model. Dit model houdt in dat het inkomen meegewogen wordt bij de beoordeling van een aanvraag. Dit is tegen de regels in van het Wmo 2015.
  34. Vervallen taakstelling leerlingenvervoer
    Omdat het niet reëel is bij de huidige prijzen om deze taakstelling te blijven hanteren, dient de taakstelling op de aanbesteding van het leerlingenvervoer vanaf 2024 komen te vervallen.
  35. Bijstelling raming afval NV Afvalbeheer
    Ingaande 2022 stopt de gemeente Ridderkerk met variabele tarieven Afvalstoffenheffing. Als gevolg van het wegvallen van de prijsprikkel is de verwachting, gebaseerd op ervaringscijfers elders, dat de in 2022 gerealiseerde afname van de hoeveelheid te verwerken restafval in 2023 gedeeltelijk komt te vervallen. Hierdoor stijgen de kosten. Ook is er een toename van de opbrengsten oud papier door tariefstijging.
  36. Bijstelling raming afvalstoffenheffing
    De hogere lasten vertalen zich ook in hogere baten. Meerjarig vervalt de onttrekking aan de bestemmingsreserve afvalstoffenheffing.
  37. Bijstelling financieringslasten
    Het investeringsvolume en daarmee de financieringstekorten kunnen niet volledig gefinancierd worden met kortlopende leningen of eigen middelen. In de periode 2023 tot en met 2026 is de verwachting dat er nieuwe langlopende leningen moeten worden afgesloten, waarmee de rentekosten toenemen.

Overzicht van incidentele baten en lasten en structurele reservemutaties

Terug naar navigatie - Overzicht van incidentele lasten en baten en structurele reservemutaties

In onderstaande tabel worden de baten en lasten weergegeven die naar hun aard éénmalig en groter dan € 50.000 zijn. De éénmalige baten en lasten die kleiner zijn dan € 50.000 zijn samengevat in diverse kleine mutaties binnen een programma.

Onderstaand overzicht is gebaseerd op de notitie structurele en incidentele baten en lasten van augustus 2018, waarin nieuwe criteria voor het onderscheid in structurele en incidentele mutaties is gegeven. Hieronder vallen ook lasten en baten die over een langere periode van jaren lopen, maar wel eindig zijn.

Incidentele lasten

Omschrijving Toelichting 2023 2024 2025 2026
Programma 1 Bestuur en (overheids)participatie
Diverse kleine mutaties -48.500 -48.500 -48.500 -48.500
Totaal Programma 1 -48.500 -48.500 -48.500 -48.500
Programma 3 Verkeer, vervoer en wegen
Reserve onderhoud verhardingen Jaarlijkse storting -1.123.600 -1.084.900 -1.084.900 -1.084.900
Diverse kleine mutaties -32.700 -32.700 -32.700 -32.700
Totaal Programma 3 -1.156.300 -1.117.600 -1.117.600 -1.117.600
Programma 6 Cultuur, sport en groen
Groenvisie Groenvisie -308.700 -308.600
Diverse kleine mutaties -8.700 -8.700
Totaal Programma 6 -317.400 -317.300 0 0
Programma 9 Ruimtelijke ontwikkeling, wonen en maatschappelijk vastgoed
Onderwijshuisvesting Extra afschrijving en sloopkosten van de oude school De Noord. -261.300
Huurkosten tijdelijke huisvesting IKC De Noord -400.000
Reserve groot onderhoud sportaccommodaties Jaarlijkse storting -250.000 -250.000 -250.000 -250.000
Reserve groot onderhoud gebouwen Jaarlijkse storting -463.600 -463.600 -463.600 -463.600
Reserve Nieuw Reijerwaard Jaarlijkse storting -478.800 -478.800 -478.800 -478.800
Totaal Programma 9 -1.853.700 -1.192.400 -1.192.400 -1.192.400
TOTAAL INCIDENTELE LASTEN -3.375.900 -2.675.800 -2.358.500 -2.358.500

Incidentele baten

Omschrijving Toelichting 2023 2024 2025 2026
Programma 3 Verkeer, vervoer en wegen
Reserve onderhoud verhardingen Onttrekking ter dekking van groot onderhoud aan verhardingen. Vanaf 2024 vervalt de tijdelijke onttrekking aan de reserve onderhoud verhardingen ter dekking van verhoging van het onderhoudsniveau van wegen, fietspaden, borden en lichtmasten. 1.635.500 1.226.100 1.226.100 1.226.100
Totaal Programma 3 1.635.500 1.226.100 1.226.100 1.226.100
Programma 6 Cultuur, sport en groen
Reserve Groenvisie In 2021 is een incidentele storting geraamd in de reserve Groenvisie, waaraan in vier jaar, ter dekking van kosten, wordt onttrokken. Vanaf 2025 vervalt de jaarlijkse onttrekking aan deze reserve. 308.700 308.600
Totaal Programma 6 308.700 308.600 0 0
Programma 7 Sociaal domein
Reserve innovatiefonds sociaal domein De onttrekking aan de reserve Innovatiefonds Sociaal Domein van € 246.000 per jaar wordt geraamd tot en met 2025 ter dekking van innovatielasten. In 2023 wordt uit de reserve Innovatiefonds Sociaal Domein de incidentele extra inzet ter voorkoming van problematische schulden gedekt. 371.000 246.000 246.000 0
Totaal Programma 7 371.000 246.000 246.000 0
Programma 8 Gezondheid en duurzaamheid
Reserve afvalstoffenheffing Meerjarig neemt de onttrekking aan de bestemmingsreserve afvalstoffenheffing, ter dekking van het tarief afvalstoffenheffing, af naar 0 in 2024. 232.000
Reserve Klimaatgelden Tot en met 2024 wordt onttrokken aan de reserve Klimaatgelden ter dekking van het opstellen van wijkplannen ingevolge het klimaatakkoord. 1.000.000 1.000.000
Totaal Programma 8 1.232.000 1.000.000 0 0
Programma 9 Ruimtelijke ontwikkeling, wonen en maatschappelijk vastgoed
Algemene reserve Dekking huur- en uitvoeringskosten tijdelijke huisvesting school De Noord 400.000
Reserve groot onderhoud sportaccommodaties Onttrekking ter dekking van groot onderhoud aan sportaccommodaties 309.600 309.600 309.600 309.600
Reserve groot onderhoud gebouwen Onttrekking ter dekking van groot onderhoud aan gebouwen 359.500 1.059.400 1.059.400 1.059.400
Reserve aanpassing integraal accommodatieplan In 2023 is incidentele dekking uit de reserve Aanpassing Integraal Accommodatie Plan (AIAP) geraamd voor extra afschrijving en sloopkosten van de oude school De Noord. 258.700
Reserve afbouw dekking grondexploitaties De reserve dient te dekking van de afbouw van dekking van de kosten voor grondexploitaties. Vanaf 2023 wordt aan de reserve onttrokken 189.500 142.100 94.700 47.300
Totaal Programma 9 1.517.300 1.511.100 1.463.700 1.416.300
Buiten de programma's
Algemene reserve Dekking afbouw dividendinkomsten in 8 jaar 437.500 350.000 262.500 175.000
Totaal buiten de programma 's 437.500 350.000 262.500 175.000
TOTAAL INCIDENTELE BATEN 5.502.000 4.641.800 3.198.300 2.817.400
Omschrijving 2023 2024 2025 2026
SALDO INCIDENTELE LASTEN EN BATEN 2.126.100 1.966.000 839.800 458.900

Structurele onttrekkingen aan reserves

Omschrijving Toelichting 2023 2024 2025 2026
Afschrijvingsreserves Deze reserves dienen ter dekking van afschrijvingslasten met economisch en maatschappelijk nut. 2.313.500 2.192.400 2.075.300 1.923.700
TOTAAL STRUCTURELE ONTTREKKINGEN AAN RESERVES 2.313.500 2.192.400 2.075.300 1.923.700

Berekening structureel begrotingsevenwicht

2023 2024 2025 2026
Saldo van lasten en baten 1.937.447 2.823.397 5.397.697 -1.435.203
Saldo van stortingen in en onttrekkingen aan reserves 5.409.600 4.467.000 2.915.100 2.382.600
Begrotingssaldo na bestemming 7.347.047 7.290.397 8.312.797 947.397
Waarvan incidentele lasten en baten (saldo) 2.126.100 1.966.000 839.800 458.900
Structureel begrotingssaldo 5.220.947 5.324.397 7.472.997 488.497