Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Aanleiding en achtergrond

Terug naar navigatie - Inleiding

De Gemeente Ridderkerk voert actief beleid op de beheersing van de risico’s die de gemeente loopt. Gekeken wordt naar de maatregelen die worden getroffen om de risico’s af te dekken. Voor de risico’s waarvoor geen maatregelen getroffen kunnen worden bijvoorbeeld omdat het verzekeren ervan te duur zou zijn, wordt ingeschat welke buffer noodzakelijk is. Dit is de benodigde weerstandscapaciteit. Op basis van de continu geïnventariseerde risico’s en de beschikbare financiële middelen (beschikbare weerstandscapaciteit) is het weerstandvermogen berekend. In dit risicoprofiel worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen benoemd en meegewogen.

Risicoprofiel

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Door actieve risicobeheersing heeft de gemeente in beeld wat de risico’s zijn en is het mogelijk om het weerstandsvermogen te bepalen. Alle risico’s worden voor zover mogelijk 2 maal per jaar herijkt en er wordt continu geanticipeerd op nieuwe risico’s. Het getoonde risicoprofiel is bepaald vanuit de inventarisatie en analyse zoals uitgevoerd tot en met 17 juni 2024. We kijken vanuit de huidige omstandigheden vooruit met als doel een actueel risicoprofiel te presenteren waarin rekening wordt gehouden met realistische scenario’s voor de nabije toekomst.

De belangrijkste trends en ontwikkelingen die van invloed zijn op het risicoprofiel worden kort toegelicht. De gevolgen van externe invloeden zoals de opvang van vluchtelingen, de inflatie en de krappe arbeidsmarkt laten zich zien en voelen over de hele breedte van het risicoprofiel. De bedrijfsvoeringsrisico’s zijn als cluster opgenomen in het risico ten aanzien van de taken die zijn belegd bij De BedrijfsvoeringsPartner. Het risicoprofiel is opgebouwd uit risico-inschattingen waarbij de slechtst mogelijke scenario's worden getoond zoals deze op dit moment kunnen worden gedaan.

Top 10

Terug naar navigatie - Top 10

In het volgende overzicht worden de tien belangrijkste (geconsolideerde) risico's gepresenteerd die de grootste invloed hebben bij de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit. Bij ieder risico worden kort de beheersmaatregelen weergegeven. De lijst met belangrijkste risico’s omvat circa 90% van alle geïdentificeerde risico’s.

Nr. Risico Maatregelen Kansklasse Maximaal financieel gevolg Invloed
1 Risicocluster uitvoering wet- en regelgeving informatieveiligheid en privacy Informatiebeveiliging, Proces meldpunt datalekken, beheer register gegevensverzamelingen, Compliance 4 1.000.000 19,22%
2 Risicocluster uitvoering Jeugdwet- tekorten die ontstaan in de uitvoering van de Jeugdwet Beperkte invloed, transformatie keten, monitoring/ benchmarking, business intelligence 4 1.000.000 16,91%
3 Risico dat de BedrijfsvoeringsPartner haar taken niet kan uitvoeren binnen het beschikbaar gestelde budget Monitoring, business intelligence, competentieontwikkeling 4 915.000 14,89%
4 Cluster BUIG, (Participatiewet) rijksbijdrage niet toereikend Beperkte invloed, monitoring, business intelligence 4 1.000.000 11,75%
5 Risico tekorten in open eind-regelingen Schulddienstverlening, Schuldhulp- verlening, bijzondere bijstand Schulddienstverlening: preventie/vroeg signalering, competentieontwikkeling, business intelligence 4 500.000 6,97%
6 Cluster WMO gerelateerde risico's. Overschrijding van budget(ten) Beperkte invloed, monitoring, business intelligence 5 400.000 5,63%
7 Financiële en imagorisico's op door de gemeente gesubsidieerde instellingen Frequent toepassen audits, voortgangsrapportages van instellingen 3 400.000 5,34%
8 Risicocluster implementatie en uitvoering nieuwe gedecentraliseerde taken leidt tot tekorten. Projectbeheersing, monitoring/ benchmarking, business intelligence, competentie-ontwikkeling, SPP 4 250.000 3,82%
9 Risico’s niet te dekken binnen grondexploitaties Uitkomst risico-inventarisatie 4 111.000 2,75%
10 Arbeidsongeschiktheid van collegelid/ -leden Geaccepteerd risico i.p.v. verzekeren 1 1.287.000 1,78%
Totaal grote risico's: € 6.863.000
Totaal overige risico's: € 2.245.000
Totaal alle risico's: € 9.108.000

Kansklasse

Terug naar navigatie - Kansklasse

Het voorgaande overzicht toont risico’s die incidenteel schade op kunnen leveren met daarbij het maximale financiële gevolg. De onderstaande tabel geeft aan hoe groot de kans is in lengte van tijd en hoe de spreiding in tijd is terug te vertalen.

Kwantiteit Referentiebeelden Kansklasse Toelichting kansklasse
10% 0 of 1 keer per 10 jaar 1 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico's waarvan het onwaarschijnlijk is dat deze zich in de komende jaren voordoen.
30% 1 keer per 5 - 10 jaar 2 Deze klasse hanteren we voor risico's waarvan het niet waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar voordoen.
50% 1 keer per 2 - 5 jaar 3 Deze klasse hanteren we voor risico's die zich in het komende jaar wel maar ook niet kunnen voordoen.
70% 1 keer per 1 - 2 jaar 4 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico's waarvan het waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar zullen voordoen.
90% 1 keer per jaar of meer 5 Deze klasse wordt gehanteerd voor risico's waarvan het zeer waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar gaan voordoen.

Op basis van de ingevoerde risico's is een zogeheten risicosimulatie uitgevoerd. Wij doen dit met behulp van risicoanalyse software. Hiermee kunnen we met alle risico’s die we lopen 100.000 keer doen alsof deze in meer of mindere mate optreden om zo nauwkeuring mogelijk in te kunnen schatten welke financiële buffer er op dit moment tenminste nodig is. We doen dit vooral omdat het reserveren van het maximale bedrag ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden.

Terug naar navigatie - Trends en ontwikkeling risicoprofiel

In deze paragraaf worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen in relatie gebracht met de risico’s van de gemeente. De gemeente kan onzekerheden positief beïnvloeden door te investeren en maatregelen te treffen. In deze paragraaf worden onzekerheden en risico’s toegelicht en daarbij worden negatieve scenario’s als input gebruikt.

  1. Risico’s bij uitvoering wet- en regelgeving Informatieveiligheid en Privacy. De wet- en regelgeving op het gebied van informatiebeveiliging stelt harde toenemende eisen aan de invulling en inrichting van techniek, competenties en capaciteit. De gemeente is eindverantwoordelijk en stelt alles in het werk om compliant te zijn.
    Het beschikbaar hebben van een goed werkende, moderne en veilige digitale product- en dienstverlening gaat gepaard met continu oplopende kosten op het gebied van noodzakelijk onderhoud, beheer en beveiliging. De gemiddelde kosten op ICT gebied per inwoner per jaar heeft zich inmiddels ontwikkeld tot bijna € 105. De risico’s die worden opgenomen in het risicoprofiel zijn van grote invloed op het gehele risicoprofiel. Een belangrijk deel van de risico’s die de gemeente loopt op informatieveiligheid en privacy zijn onderdeel van de bedrijfsvoering en van invloed op het hiernavolgende risicocluster t.a.v. de taken van De BedrijfsvoeringsPartner.
  2. De kosten van de Jeugdwet zullen naar verwachting ook in 2025 toe blijven nemen. De gemeente neemt alle mogelijke maatregelen om de kosten te beheersen en de efficiëntie van de jeugdhulp te verbeteren. De prognose van het CPB, gebaseerd op landelijke gemiddeldes, gaat uit van een kostenstijging van ruim 4%. In het risicoprofiel worden bovengenoemde risico’s onveranderd stevig aangehouden.
  3. Risico dat De BedrijfsvoeringsPartner taken niet kan uitvoeren binnen beschikbaar gestelde budget. De (niet primaire) taken die vallen onder het technische beheer en het ondersteunen van de product- en dienstverlening van de gemeente(n) vormen het risicoprofiel voor de organisatie en bijbehorende dienstverlening die per 1 januari 2024 door De BedrijfsvoeringsPartner wordt uitgevoerd. Deze bedrijfsvoeringsrisico’s vormen dus het risicoprofiel van De BedrijfsvoeringsPartner waarvoor Ridderkerk naar rato een deel van de risico’s afdekt.
  4. Binnen het sociaal domein is in lijn met het landelijke beeld een aanhoudende trend te zien in stijgende kosten als het gaat om de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet. De gemeente heeft hierdoor te maken met alsmaar groeiende uitgaven. In de uitvoering van de Participatiewet (BUIG) wordt ook voor 2025 kostenstijging voorberekend. De caseload laat een aanhoudend langzaam stijgende trend zien. Het uitvoering geven aan de extra taakstellingen omtrent statushouders spelen hierin vooralsnog een belangrijke rol.
  5. Schuldhulpverlening, bijzondere bijstand (openeinderegelingen). De groep huishoudens die het risico loopt de vaste lasten niet meer te kunnen betalen neemt toe en beperkt zich niet tot alleen de lage inkomens. Een groeiende groep inwoners en ondernemers zal naar verwachting een beroep gaan doen op ondersteuning bij het voorkomen/beperken van schulden en/of faillissement. De kosten van bijzondere bijstand en schuldhulpverlening zullen de komende jaren waarschijnlijk blijven stijgen.
  6. In de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning zullen de netto kosten blijven toenemen en zal de vraag ook in 2025 hoog blijven. Het CPB berekent tot en met 2026 een toename in kosten van 1,5% per jaar. De invoering van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage (IAK) per 1 januari 2026 kan gaan leiden tot enige terugdringing van de kosten.
  7. Het risico dat gesubsidieerde instellingen lopen op mogelijke tekorten blijft aanwezig en kan zelfs toe gaan nemen wanneer er door noodzakelijke bezuinigingen keuzes gemaakt moeten worden. Vooralsnog nemen we dit risico onveranderd op in het risicoprofiel maar kan zich dit richting 2026 veranderen.
  8. Het decentraliseren van (nieuwe) taken van de hogere overheid naar de gemeente levert risico’s op voor de gemeente. Het is zo dat er veel nieuwe taken worden belegd bij de gemeente waarvoor de gemeente de uitvoerbaarheid moet borgen in de organisatie.
  9. Risico’s niet te dekken binnen grondexploitaties. Op het moment van opstellen van het risicoprofiel wordt er rekening gehouden met een risico dat buiten de reserves van de grondexploitaties kan vallen van € 111.000.
  10. Rondom het risico van arbeidsongeschikt van collegeleden is er voor gekozen om dit niet af te dekken met een verzekering, maar als geaccepteerd risico te beschouwen.

Weerstandsvermogen

Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Ridderkerk bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken.

Weerstandsvermogen Startcapaciteit Stortingen Onttrekkingen Geprognotiseerd saldo
Algemene reserve 31.318.200 0 262.500 31.055.700
Onvoorzien 25.000 0 0 25.000
Totaal weerstandscapaciteit 31.343.200 0 262.500 31.080.700

Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit

Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit wordt afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.

Uit de tabel met zekerheidspercentages volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 4.175.131 (benodigde weerstandscapaciteit).

Zekerheidspercentage Bedrag
5% 2.113.724
25% 2.802.992
50% 3.276.269
75% 3.747.785
90% 4.175.131
95% 4.435.290

De verhouding tussen de benodigde en de beschikbare weerstandscapaciteit is de ratio weerstandsvermogen. De ratio weerstandsvermogen wordt als volgt berekend:

Ratio weerstandsvermogen 0 Beschikbare weerstandscapaciteit 0 31.080.700 0 7,4
Benodigde weerstandscapaciteit 4.175.131

Norm

Terug naar navigatie - Norm

De normtabel is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente. Het biedt een waardering van het berekende ratio. Het ratio weerstandsvermogen van de gemeente Ridderkerk valt met 7,4 ruimschoots binnen klasse A, wat staat voor een uitstekend weerstandsvermogen.

Waarderingscijfer Ratio Betekenis
A > 2,0 Uitstekend
B 1,4 - 2,0 Ruim voldoende
C 1,0 - 1,4 Voldoende
D 0,8 - 1,0 Matig
E 0,6 - 0,8 Onvoldoende
F < 0,6 Ruim onvoldoende

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

De financiële positie van de gemeente wordt onder andere in beeld gebracht met kengetallen. De gehanteerde kengetallen worden onder meer berekend op basis van de geprognotiseerde balans en het overzicht van baten en lasten.

De waarden van de kengetallen zijn ingedeeld in drie categorieën. Deze categorieën sluiten aan bij de landelijk vastgestelde signaleringswaarden. Categorie A is het minst risicovol, categorie C het meest.

De normeringen bij deze kengetallen geven een indicatie van de houdbaarheid van de financiën. De kengetallen samen geven een algemeen beeld over de financiële gezondheid.

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C
Netto schuldquote <90% 90-130% >130%
Netto schuldquote gecorrigeerd <90% 90-130% >130%
Solvabiliteitsratio >50% 20-50% <20%
Grondexploitatie <20% 20-35% >35%
Structurele exploitatieruimte >0% 0% <0%
Belastingcapaciteit <95% 95-105% >105%
Kengetallen Jaarrekening 2023 Begroting 2024 na wijziging Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028
Netto schuldquote 26,8% 47,3% 82,5% 89,3% 93,0% 92,4%
Netto schuldquote gecorrigeerd 26,8% 45,1% 80,2% 87,0% 90,8% 90,1%
Solvabiliteitsratio 52,3% 41,3% 32,7% 32,7% 27,8% 26,7%
Grondexploitatie -2,3% -0,8% -0,1% -0,1% 0,0% 0,0%
Structurele exploitatieruimte 0,0% -0,1% 0,0% -3,3% -2,5% -1,7%
Gemeentelijke belastingcapaciteit 98,4% 95,4% 98,5% 101,6% 101,6% 102,4%

Netto schuldquote

Terug naar navigatie - Netto schuldquote

De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de opbrengsten. Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken.
De schuldquote blijft in de jaren 2025 en 2026 nog binnen categorie A, maar gaat daarna naar categorie B. De stijging van de schuldquote wordt veroorzaakt door het aantrekken van leningen om het financieringstekort op te vangen als gevolg van de ambities en investeringen die de komende jaren zijn gepland.

Grafiek Netto schuldquote

Solvabiliteitsratio

Terug naar navigatie - Solvabiliteitsratio

De solvabiliteitsratio geeft aan welk gedeelte van het bezit met eigen vermogen is gefinancierd.
We zien een dalende solvabiliteitsratio. Dit is te verklaren door het aantrekken van aanvullend vreemd vermogen, waardoor de solvabiliteit terugloopt. De ratio komt hierdoor in categorie B.

 

Grafiek Solvabiliteitsratio

Grondexploitatie

Terug naar navigatie - Grondexploitatie

Het kengetal grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond, kosten minus de opbrengsten in de grondexploitaties, is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.
Het aflopend karakter in 2025 en het eindigen van de grondexploitaties in 2026 heeft als logisch gevolg dat het kengetal 0 procent aangeeft.

 

Grafiek Grondexploitatie

Structurele exploitatieruimte

Terug naar navigatie - Structurele exploitatieruimte

De structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen of de structurele ruimte voldoende is om structurele lasten te dragen. De marge tussen categorie A en C is klein.
De meerjarige ontwikkeling laat nog altijd een schommeling net rond de 0 zien, waarbij de waarde voor het jaar 2025 een klein positief percentage laat zien en voor de jaren 2026 tot en met 2028 een klein negatief percentage laat zien. Dit heeft te maken met het negatieve begrotingssaldo.

 

Grafiek Structurele exploitatieruimte

Belastingcapaciteit

Terug naar navigatie - Belastingcapaciteit

De benutte belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde van 2024.
De belastingdruk ligt in 2025 nog onder het landelijke gemiddelde. Ook meerjarig wordt de ontwikkeling van de lastendruk vergeleken met het gemiddelde in 2024. Gegevens van 2025 zijn nog niet bekend en dus geeft de vergelijking een scheef beeld. Het landelijk gemiddelde voor de komende jaren zal namelijk niet gelijk zijn aan die van 2024, maar hoger. 

 

Grafiek Belastingcapaciteit