De Gemeente Ridderkerk voert actief beleid op de beheersing van de risico’s die de gemeente loopt. Gekeken wordt naar de maatregelen die worden getroffen om de risico’s af te dekken. Voor de risico’s waarvoor geen maatregelen getroffen kunnen worden bijvoorbeeld omdat het verzekeren ervan te duur zou zijn, wordt ingeschat welke buffer noodzakelijk is. Dit is de benodigde weerstandscapaciteit. Op basis van de continu geïnventariseerde risico’s en de beschikbare financiële middelen (beschikbare weerstandscapaciteit) is het weerstandvermogen berekend. In dit risicoprofiel worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen benoemd en meegewogen.
Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Risicoprofiel
Terug naar navigatie - RisicoprofielDoor actieve risicobeheersing heeft de gemeente in beeld wat de risico’s zijn en is het mogelijk om het weerstandsvermogen te bepalen. Alle risico’s worden voor zover mogelijk twee maal per jaar herijkt en er wordt continu geanticipeerd op nieuwe risico’s. Het getoonde risicoprofiel is bepaald vanuit de inventarisatie en analyse zoals uitgevoerd tot en met 23 juni 2023. We kijken vanuit de huidige omstandigheden vooruit met als doel een actueel risicoprofiel te presenteren waarin rekening wordt gehouden met realistische scenario’s voor de nabije toekomst.
De belangrijkste trends en ontwikkelingen die van invloed zijn op het risicoprofiel worden kort toegelicht. De gevolgen van externe invloeden zoals die van de oorlog in Oekraïne, de aanhoudend hoge inflatie, de krappe arbeidsmarkt en de brandstofprijzen laten zich zien en voelen over de hele breedte van het risicoprofiel. De gedeeltelijke ontvlechting van de BAR-organisatie is verwerkt in het cluster risico met betrekking tot de BAR-organisatie (nieuwe stijl) zoals u die aantreft in de top 10. Het betreft hierbij de risico-inschattingen gericht op de begroting van 2024 zoals deze op dit moment kunnen worden gedaan. De risico’s zullen in de loop van 2024 op basis van de werkelijke situatie verder worden aangescherpt. In deze berekening is reeds rekening gehouden met een aan de BAR-organisatie nieuwe stijl toegekende algemene reserve van maximaal 2% van haar begroting (initiële stand van deze reserve is € 500.000). Het risico van de BAR-organisatie nieuwe stijl is hierdoor in dit gemeentelijk risicoprofiel flink afgenomen.
In het volgende overzicht worden de belangrijkste (geconsolideerde) risico's gepresenteerd die de grootste invloed hebben bij de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit. Bij ieder risico worden kort de beheersmaatregelen weergegeven. De lijst met belangrijkste risico’s omvat circa 90% van alle geïdentificeerde risico’s.
Nr. | Risico | Maatregelen/Opmerkingen | Klasse | Financieel gevolg | Invloed |
1 | Risicocluster tekorten uitvoering gedecentraliseerde taken | BAR-organisatie nieuwe stijl, monitoring/benchmarking, business intelligence, competentie-ontwikkeling, SPP | 4 | max. € 1.500.000 | 21,43% |
2 | Risicocluster uitvoering wet- en regelgeving beveiliging data/informatie/gegevens/ privacy | BAR-organisatie nieuwe stijl, proces meldpunt datalekken, beheer register gegevensverzamelingen, compliance | 4 | max. € 1.000.000 | 18,35% |
3 | Risicocluster uitvoering Jeugdwet- tekorten die ontstaan in de uitvoering van de Jeugdwet | Beperkte invloed, transformatie keten, monitoring/benchmarking, business intelligence | 4 | max. € 1.000.000 | 15,36% |
4 | Risico dat de BAR-organisatie nieuwe stijl haar taken niet kan uitvoeren binnen het beschikbaar gestelde budget | BAR-organisatie nieuwe stijl, monitoring, business intelligence, competentieontwikkeling | 4 | max. € 890.000 | 11,97% |
5 | Risico tekorten in open eind-regelingen Schulddienstverlening, Schuldhulpverlening, bijzondere bijstand | Schulddienstverlening: preventie, competentieontwikkeling, business intelligence | 4 | max. € 500.000 | 7,54% |
6 | Cluster WMO gerelateerde risico's, overschrijding van budget(ten) | Beperkte invloed, monitoring, business intelligence | 5 | max. € 400.000 | 5,02% |
7 | Financiële en imagorisico's op door de gemeente gesubsidieerde instellingen | Frequent toepassen audits, voortgangsrapportages van instellingen | 3 | max. € 400.000 | 4,78% |
8 | Risico’s niet te dekken binnen grondexploitaties | Uitkomst risico-inventarisatie | 4 | max. € 111.000 | 2,72% |
9 | Arbeidsongeschiktheid van collegelid/-leden | Geaccepteerd risico in plaats van verzekeren | 1 | max. € 1.287.000 | 1,76% |
10 | Risicocluster Assetmanagement Vastgoed | Meerjarig onderhoudsplan | 3 | max. € 162.000 | 1,42% |
Totaal van alle risico 's: € 9.932.000 |
Het voorgaande overzicht toont risico’s die incidenteel schade op kunnen leveren met daarbij het maximale financiële gevolg. De onderstaande tabel geeft aan hoe groot de kans is in lengte van tijd en hoe de spreiding in tijd is terug te vertalen.
Kwantiteit | Referentiebeelden | Kansklasse | Toelichting kansklasse |
10% | 0 of 1 keer per 10 jaar | 1 | Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het onwaarschijnlijk is dat deze zich in de komende jaren voordoen. |
30% | 1 keer per 5 – 10 jaar | 2 | Deze klasse hanteren we voor risico’s waarvan het niet waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar voordoen. |
50% | 1 keer per 2 – 5 jaar | 3 | Deze klasse hanteren we voor risico’s die zich in het komende jaar wel maar ook niet kunnen voordoen. |
70% | 1 keer per 1 – 2 jaar | 4 | Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar zullen voordoen. |
90% | 1 keer per jaar of meer | 5 | Deze klasse wordt gehanteerd voor risico’s waarvan het zeer waarschijnlijk is dat ze zich in het komende jaar gaan voordoen. |
Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag € 9.932.000 ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden.
Beschikbare weerstandscapaciteit
Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteitDe beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Ridderkerk bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken.
Bij de berekening van het weerstandscapaciteit en de ratio weerstandsvermogen wordt gebruik gemaakt van het saldo van de geprognotiseerde algemene reserve per 31 december 2024.
Weerstandsvermogen | Geprognotiseerd saldo |
Algemene reserve | 33.477.400 |
Onvoorzien | 25.000 |
Totaal weerstandscapaciteit | 33.502.400 |
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit
Terug naar navigatie - Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteitOm te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.
Uit de tabel met zekerheidspercentages volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 4.581.822 (benodigde weerstandscapaciteit).
Percentage | Bedrag |
10% | € 2.653.883 |
25% | € 3.117.165 |
50% | € 3.631.653 |
75% | € 4.141.844 |
90% | € 4.581.822 |
95% | € 4.837.435 |
De normtabel biedt een waardering van het berekende ratio.
Ratio weerstandsvermogen | 0 | Beschikbare weerstandscapaciteit | 0 | 33.502.400 | 0 | 7,3 |
Benodigde weerstandscapaciteit | 4.581.800 |
Normtabel
De normtabel is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente. Het biedt een waardering van het berekende ratio. Het ratio weerstandsvermogen van de gemeente Ridderkerk valt met 7,3 ruimschoots binnen klasse A, wat staat voor een uitstekend weerstandsvermogen.
Waarderingscijfer | Ratio | Betekenis |
A | > 2,0 | Uitstekend |
B | 1,4 – 2,0 | Ruim voldoende |
C | 1,0 – 1,4 | Voldoende |
D | 0,8 – 1,0 | Matig |
E | 0,6 – 0,8 | Onvoldoende |
F | < 0,6 | Ruim onvoldoende |
Ontwikkeling risicoprofiel
Terug naar navigatie - Ontwikkeling risicoprofielTrends & ontwikkelingen risicoprofiel Ridderkerk
In deze paragraaf worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen in relatie gebracht met de risico’s van de gemeente. De gemeente kan onzekerheden positief beïnvloeden door te investeren en maatregelen te treffen. In deze paragraaf worden onzekerheden en risico’s toegelicht en daarbij worden negatieve scenario’s als input gebruikt.
- Decentralisaties/ nieuwe & aangepaste wettelijke taken. Het transformeren naar een uitgebalanceerde uitvoeringsorganisatie voor de vanuit de het rijk gedecentraliseerde taken als wel het implementeren en ten uitvoer leggen van nieuwe en aangepaste wetten en regelgeving is en blijft een zeer complexe en uitdagende opgave en vormt een groot risico.
- ICT/ Informatiebeveiliging. De bescherming van alle gevoelige informatie en het aanbieden van moderne en veilige digitale product- en dienstverlening ontkomen ook niet aan oplopende kosten van noodzakelijk onderhoud, beheer en doorontwikkeling. De kosten voor ICT en informatiebeveiliging lopen de laatste jaren snel op. Burgers verwachten daarbij steeds meer op het gebied van digitale dienstverlening. De gemiddelde kosten op ICT gebied per inwoner ontwikkelt zich komende periode voorbij de € 100. Het risico dat wordt opgenomen in het risicoprofiel neemt qua invloed toe en stijgt in de top 10.
- Binnen het sociaal domein is landelijke een aanhoudende trend te zien van stijgende kosten als het gaat om de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet. De omvangrijke bezuinigingsplannen van het kabinet op de uitvoering van de Jeugdzorg zijn vooruit geschoven maar zullen komende jaren uitgevoerd gaan worden. De toenemende hulpvraag onder jongeren is zorgelijk en de beperkte beschikbaarheid van passende hulpverlening dragen bij aan het aanhouden van stevige risico’s in het gemeentelijk risicoprofiel.
- De BAR-organisatie nieuwe stijl zal zich in 2024 specifiek bezig gaan houden met de bedrijfsvoering voor en namens de gemeente en is niet langer de uitvoeringsorganisatie. De mensen werkzaam binnen de primaire taakvelden gaan met ingang van 2024 over naar de drie gemeenten. Het risico bestaat dat de krappe arbeidsmarkt niet of minder voorziet in geschikte kandidaten voor de diverse vacatures die hier straks vacant zijn/komen. Het ziekteverzuim ligt over een langere periode al boven het landelijke gemiddelde en vormt ook komende periode een risico. De kans dat er meer kosten worden gemaakt voor inhuur is hiermee groot.
- Schuldhulpverlening, bijzondere bijstand: De groep huishoudens die het risico loopt de vaste lasten niet meer te kunnen betalen neemt toe en beperkt zich niet tot vooral de lage inkomens. Een groeiende groep inwoners en ondernemers zal naar verwachting een beroep gaan doen op ondersteuning bij het voorkomen/beperken van schulden en/of faillissement.
Kengetallen
Terug naar navigatie - KengetallenDe financiële positie van de gemeente wordt onder andere in beeld gebracht met kengetallen. De gehanteerde kengetallen worden onder meer berekend op basis van de geprognotiseerde balans.
De waarden van de kengetallen zijn ingedeeld in drie categorieën. Deze categorieën sluiten aan bij de landelijk vastgestelde signaleringswaarden. Categorie A is het minst risicovol, categorie C het meest.
De normeringen bij deze kengetallen geven een indicatie van de houdbaarheid van de financiën. De kengetallen samen geven een algemeen beeld over de financiële gezondheid.
Kengetal | Categorie A | Categorie B | Categorie C |
Netto schuldquote | <90% | 90-130% | >130% |
Netto schuldquote gecorrigeerd | <90% | 90-130% | >130% |
Solvabiliteitsratio | >50% | 20-50% | <20% |
Grondexploitatie | <20% | 20-35% | >35% |
Structurele exploitatieruimte | >0% | 0% | <0% |
Belastingcapaciteit | <95% | 95-105% | >105% |
Kengetallen | Jaarrekening 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 |
Netto schuldquote | 6,1% | 58,9% | 76,4% | 87,9% | 89,9% | 89,7% |
Netto schuldquote gecorrigeerd | 2,1% | 54,8% | 72,5% | 84,0% | 86,0% | 85,7% |
Solvabiliteitsratio | 59,3% | 37,3% | 33,6% | 32,1% | 31,4% | 30,3% |
Grondexploitatie | -4,6% | -0,1% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Structurele exploitatieruimte | 1,2% | -7,4% | 3,0% | 3,1% | -1,4% | -1,5% |
Belastingcapaciteit | 93,1% | 98,4% | 98,6% | 98,1% | 96,3% | 94,7% |
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de opbrengsten. Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken.
De schuldquote blijft binnen categorie A. De stijging van de schuldquote wordt veroorzaakt door het aantrekken van leningen om het financieringstekort op te vangen als gevolg van de ambities en investeringen die de komende jaren zijn gepland.
De solvabiliteitsratio geeft aan welk gedeelte van het bezit met eigen vermogen is gefinancierd.
We zien een dalende solvabiliteitsratio. Dit is te verklaren door het aantrekken van aanvullend vreemd vermogen, waardoor de solvabiliteit terugloopt. De ratio komt hierdoor in categorie B.
Het kengetal grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond, kosten minus de opbrengsten in de grondexploitaties, is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.
Het eindigen van de grondexploitaties heeft als logisch gevolg dat het kengetal 0 procent aangeeft.
De structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen of de structurele ruimte voldoende is om structurele lasten te dragen. De marge tussen categorie A en C is klein.
De meerjarige ontwikkeling laat nog altijd een schommeling net rond de 0 zien, waarbij de waarde voor de jaren 2024 en 2025 een klein positief percentage laat zien en voor de jaren 2026 en 2027 een klein negatief percentage laat zien. Dit heeft te maken met het negatieve begrotingssaldo als gevolg van de korting op het gemeentefonds.
De benutte belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde van 2023.
De belastingdruk ligt nog onder het landelijke gemiddelde, maar schuift wel dichter naar de 100% (het landelijk gemiddelde). Ook meerjarig wordt de ontwikkeling van de lastendruk vergeleken met het gemiddelde in 2023. Gegevens van 2024 zijn nog niet bekend en dus geeft de vergelijking een scheef beeld. Het landelijk gemiddelde zal namelijk niet gelijk zijn aan die van 2023.