Leeswijzer

Indeling
De begroting bestaat uit een programmabegroting met de programma's en paragrafen en een financiële begroting en bijlagen. In de programmabegroting worden de programma's en de (verplichte) paragrafen behandeld. De financiële begroting bevat de meerjarenbalans met de toelichting hierop, de toelichting op de financiële positie en het overzicht van de geraamde baten en lasten per taakveld. In de bijlagen is het overzicht van te verstrekken subsidies en de specificatie van het verloop van de reserves en voorzieningen opgenomen.

Vanaf het jaar 2024 gaan we over op een nieuwe programma-indeling, die aansluit bij de taakveldindeling conform BBV. In de tabel op pagina 7 is de herziene begroting 2023 opgenomen volgens de oude programma-indeling en volgens de nieuwe programma-indeling. Hiermee zijn de verschillen als gevolg van de gewijzigde indeling inzichtelijk gemaakt. In de diverse programma’s wordt vervolgens de herziene begroting 2023 gepresenteerd volgens de nieuwe programma-indeling en bevatten de meerjaren overzichten geen verschillen meer die hun oorsprong vinden in de wijziging van de programma indeling.

De toelichtingen op de verschillen en analyses op hoofdlijnen, welke in het verleden onder de diverse programma’s waren opgenomen zijn nu onderdeel geworden van de financiële begroting.

In de diverse programma’s zijn onder “Wat gaan we daarvoor doen?” de acties uit het collegeprogramma opgenomen. De nummers die ontbreken zijn inmiddels gerealiseerd, zijn doorlopende acties waarvoor voor 2024 geen bijzonderheden zijn te melden of die voor latere jaren zijn gepland.

Tekenduiding
De lasten zijn negatief opgenomen, dus met een minteken. In een kolom waar het saldo getoond wordt, krijgt een nadeel een min voor het bedrag. Een voordeel wordt zonder extra teken getoond.
In dit boekwerk worden de cijfers afgerond op honderden euro's (m.u.v. de realisatie 2022 welke is afgerond op hele euro’s). Hierdoor kan het voorkomen dat als een tabel nageteld wordt, er minimale verschillen zijn.

Toelichtingen
In de financiële begroting bij het onderdeel Overzicht van baten en lasten zijn toelichtingen geschreven voor mutaties in de ramingen van exploitatie en reserves. De toelichtingen hebben betrekking op verschillen tussen de begroting 2023 na wijziging en de begroting 2024 en op mutaties groter dan € 25.000. Dit grensbedrag wordt ook gehanteerd bij het hoofdstuk 'Samenvatting en analyse op hoofdlijnen'.

Prestatie-indicatoren
Sinds 2016 is de Regeling beleidsindicatoren gemeenten van kracht. In deze regeling zijn 39 indicatoren opgenomen, waarvan er door wettelijke aanpassingen nog 34 resteren. Deze, en meer indicatoren, zijn op de website Waarstaatjegemeente.nl terug te vinden. De waarden bij de indicatoren op de website worden aangepast wanneer nieuwe informatie bekend is. Het kan hierdoor voorkomen dat de waarde opgenomen in dit boekwerk verschilt van de website.

Per programma worden de prestatie-indicatoren weergegeven met een waarde voor het jaar 2022. Dit is in veel gevallen het meest recente jaar waarvan cijfers bekend zijn. Alle verplichte (en ook veel van de eigen gekozen) indicatoren zijn afkomstig uit landelijke databases via Waarstaatjegemeente. Wij zijn afhankelijk van de actualiteit van deze cijfers en hebben hier geen invloed op. Indien er voor het jaar 2022 geen waarde bekend is, wordt de waarde van het laatst bekende jaar weergegeven. Dit is dan kenbaar gemaakt met het jaartal tussen haakjes. In een enkel geval zijn er waarden voor het jaar 2023 bekend; dit wordt kenbaar gemaakt met het jaartal 2023 tussen haakjes.

De indicatoren die genoemd worden in de programma’s kennen verschillende bronnen, onder meer de burgerpeiling, het klanttevredenheidsonderzoek en de website Waarstaatjegemeente.nl. Een overzicht met internetlinks naar de bronnen vindt u hieronder.

Bronnen
Waarstaatjegemeente.nl
BBV verplichte indicatoren
Burgerpeiling
Lokale monitor Wonen
Gemeentelijke monitor Sociaal Domein

Na het klikken op de links hierboven kan het zijn dat er nog gekozen moet worden voor Ridderkerk.

Indexeren
We houden in de komende begroting 2024 rekening met een indexering van 3,2% ten opzichte van 2023 om daarmee inflatie-gevoelige budgetten waaronder de subsidiebudgetten, mee te laten groeien met de stijging van de inflatie conform de meest recente maartprognose van het Centraal Plan Bureau (CPB).