4. Ontwikkelingen

4. Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - 4. Ontwikkelingen

Algemeen

Wij staan gesteld voor een groot aantal maatschappelijke ontwikkelingen en opgaven. We hebben een forse woningbouwopgave, we willen werken op geschikte werklocaties, recreëren in onze natuurgebieden en willen dat deze voorzieningen ook bereikbaar zijn. Tegelijkertijd willen we ook voldoen aan de doelstellingen uit het Klimaatakkoord. Dit vraagt veel creativiteit en waar nodig werken we samen met andere partijen om onze doelstellingen te realiseren. Dit in een omgeving waarin het Rijk steeds meer taken decentraliseert naar de lokale overheid. Dit betekent dat de opgaven voor gemeenten de komende jaren fors zwaarder zullen worden, met de daarbij behorende financiële onzekerheden. Het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) onderzoekt hoe gemeenten beter toegerust kunnen worden op hun taken en hoe de lokale democratie kan worden versterkt. BZK signaleert dat er sprake kan zijn van een ‘decentralisatieparadox’: de decentrale overheid is dichterbij de burger, maar heeft te weinig slagkracht om verantwoordelijkheden en/of taken te dragen. Dat stelt ons voor een stevige uitdaging. Zie de huidige ontwikkelingen binnen het sociaal domein. Een andere ontwikkeling is dat de structuur van de economie aan het veranderen is door onder meer de steeds verdergaande digitalisering. Dit heeft gevolgen voor de winkelcentra en op de arbeidsmarkt worden andere kennis en vaardigheden gevraagd. We zijn in toenemende mate een kenniseconomie met een sterke focus op dienstverlening, wat leidt tot veranderende competentie-eisen. Banen op MBO-2/3 niveau verdwijnen door automatisering en robotisering en komen niet zomaar weer terug.

Voor sommige van deze opgaven zien we kansen en mogelijkheden die de komende jaren nader onderzocht en uitgewerkt zullen moeten worden. De financiële weerslag van deze onderwerpen is nog zo onzeker dat ze nog niet in de begroting 2021-2024 zijn verwerkt.
Desondanks wordt hard toegewerkt naar een financieel sluitende begroting. Dit is terug te zien in deze kadernota, waarin voor de korte termijn voorstellen zijn opgenomen die bijdragen aan het sluitend krijgen van de begroting 2021-2024. We hebben echter wel te maken met een aantal onzekerheden, waarvan de effecten op dit moment nog niet (volledig) in beeld zijn. Denk hierbij aan de onzekerheid van de algemene uitkering, de ontwikkelingen in de Wmo en Jeugdzorg, de effecten van de coronacrisis, de gevolgen voor de exploitatie van het nieuw te bouwen vastgoed en de verduurzaming van het bestaande vastgoed.

Om ook na 2024 een sluitende begroting te hebben is er gekeken wat op de lange termijn kan bijdragen aan het sluitend houden van de begroting. Wij zijn voornemens de volgende bestuurlijke opdrachten te geven:

  • bureau aanbestedingen/ SROI: op welke wijze kan er geborgd worden dat er maatschappelijke winst kan worden behaald bij aanbestedingen? Aandacht niet alleen voor SROI in de breedte, maar ook de effecten, zodat deze landen in Ridderkerk;
  • budgetplafonds bij aanbestedingen en maximaliseren inflatiecorrectiepercentages;
  • subsidieregisseur: uitgezocht wordt of het inzetten van een subsidieregisseur tot voordelen kan leiden;
  • subsidiebeleid: aandacht voor het koppelen van subsidie aan de maatschappelijke opgave;
  • huisvesting maatschappelijke partners: onderzoeken naar mogelijkheden om maatschappelijke partners te huisvesten in maatschappelijk vastgoed van de gemeente;
  • exploitatie kinderboerderij: onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om het beheer van de kinderboerderij op een efficiëntere manier in te vullen.

Algemene uitkering

De herijking van de verdeling van het gemeentefonds is uitgesteld naar 1 januari 2022. De doelstelling van het Rijk is dat we via de decembercirculaire 2020 geïnformeerd worden over de uitkomsten van de nieuwe verdeling van het gemeentefonds. Uitstel is noodzakelijk omdat de gevolgen van de nieuwe verdeling niet transparant en voor alle onderdelen goed uitlegbaar zijn. Hiervoor is aanvullend onderzoek nodig.

Sociaal domein

Ridderkerk heeft een samenleving waarin iedereen meedoet, ongeacht zijn of haar culturele achtergrond, leeftijd, gender of beperkingen, oftewel een inclusieve samenleving. Doordat de samenleving complex is geworden en ook steeds complexer wordt, vraagt ‘mee kunnen doen’ meer van eigen vaardigheden, zelfredzaamheid en regie van de mensen.
Binnen het sociaal domein hebben we te maken met de uitdaging om met schaarse financiële middelen en meer burgerkracht sociale vraagstukken adequaat op te lossen. Dit lukt alleen als we een transformatie van het zorg-, ondersteunings- en welzijnssysteem weten te realiseren. Met transformatie doelen we in dit verband op het realiseren van een andere rolverdeling tussen burgers, maatschappelijke organisaties, overheden en bedrijven. Het vraagt om:

  • meer ruimte geven aan burgerinitiatieven;
  • een centralere plek voor innovatie en diversiteit in het zorg- en ondersteuningsaanbod van maatschappelijke organisaties en -partners.
    Dit betekent een andere houding en werkwijze van gemeenten: gelijkwaardig samenwerken met burgers, professionals, organisaties en bedrijven en uitzoeken wat werkt, of niet, en daarvan leren. Om deze leer- en experimenteerruimte te faciliteren hebben we een bestemmingsreserve sociaal domein bij de begroting 2020 ingesteld. Investeringen vanuit het innovatiefonds leiden idealiter tot:
  • het leveren van nieuwe en efficiëntere antwoorden op groeiende sociale problemen en behoeften;
  • het mobiliseren van (lokale) partijen bij het vinden van antwoorden op complexe samenlevingsvraag-stukken;
  • effectievere oplossingen door nieuwe vormen van samenwerking met verschillende belangen;
  • het vergroten van empowerment bij doelgroepen;
  • mogelijkerwijs op termijn een kostenbesparing.

In het ‘Integraal Beleid Sociaal Domein’ concretiseren we de landelijke transformatiedoelstellingen, waaronder ‘Ruimte geven aan innovatie: Op zoek naar nieuwe vormen van hulp en activiteiten’ (uit: startnotitie Integraal Beleid Sociaal Domein). Het Integraal Beleid Sociaal Domein vormt het kader voor innovatie, het ‘innovatiefonds sociaal domein’ biedt de financiële (experimenteer)ruimte.

De openeinderegelingen zijn kenmerkend voor het sociaal domein. De uitvoering van wettelijke taken met weinig beleidsvrijheid en sturingsmogelijkheden maken het moeilijk de kosten te beheersen. Daarnaast zijn er door aanbestedingen verplichte kostenstijgingen als gevolg van cao-ontwikkelingen en indexeringen bij externe partners te betalen.

Duurzaamheid: klimaat en energie

Nederland heeft zich internationaal gecommitteerd aan de doelstelling om in 2030 de uitstoot van CO2 met 49% terug te dringen ten opzichte van 1990. In het Klimaatakkoord zijn afspraken gemaakt om te komen tot een haalbare, betaalbare en uitvoerbare transitie voor gemeenten en inwoners. Onder duurzaamheid zijn voorlopig de volgende (deel)projecten geschaard:

  • warmtevisie;
  • reserve Klimaatgelden;
  • klimaatadaptatie;
  • maatschappelijk vastgoed.

Warmtetransitie

Vanuit het klimaatakkoord is bepaald dat wij, de gemeente, regisseur zijn van de warmtetransitie. Naast het opstellen van een warmtevisie moet er per wijk een wijkplan opgesteld worden. Hierin wordt nader uitgewerkt hoe de uitvoering van de warmtevisie plaats zal vinden. Ook wordt in het wijkplan een definitieve keuze gemaakt voor de warmte-infrastructuur. Een wijkplan kent een andere geografische indeling dan die in het gangbare dagelijkse taalgebruik binnen Ridderkerk gebruikelijk is. Elke wijk heeft weer zijn eigen specifieke (gebouw)kenmerken waar rekening mee gehouden moet worden. De toekomstige wijkplannen kennen een logische clustering van gebouwtype, corporatiebezit, etc. Het aantal woningen in een wijkplan kan erg verschillen, van circa 500 tot zelfs meer dan 1.500 woningen.

Reserve klimaatgelden

Uit het klimaatakkoord volgt dat circa 20 procent van de bestaande bebouwde omgeving in 2030 aardgasvrij moet zijn. Voor ons betekent dit een opgave van circa 4.200 woningen in 2030. Om deze opgave te kunnen realiseren moet er in de periode 2021 tot 2023 voor deze woningen een wijkplan worden opgesteld. In het klimaatakkoord is opgenomen dat bewoners 8 jaar van tevoren geïnformeerd moeten worden over het verwijderen van het gasnet. Om aan het klimaatakkoord te voldoen moeten we 4 wijk-plannen maken. Hiervoor zal gebruik gemaakt worden van de bij de jaarrekening ingestelde reserve Klimaatgelden. Het daadwerkelijke benodigd budget wordt in de aanloop naar de begrotingsbehandeling meer inzichtelijk gemaakt. Dit is ook afhankelijk van eventuele bijdragen van externe partijen en mogelijke cofinanciering.

Klimaatadaptatie

Het klimaat verandert en dat zorgt voor extremer weer, zoals piekbuien, hoge temperaturen en langdurige droogte. Dit brengt risico's op calamiteiten en daarbij behorende schade met zich mee.
Het bevorderen van klimaatbestendigheid voorkomt bijvoorbeeld wateroverlast, overstroming, het afsterven van beplanting en vegetatie, en de afname van de kwaliteit van het oppervlaktewater als gevolg van de opwarming van de aarde. Daarnaast heeft hitte ook een effect op de gezondheid van mensen. Klimaatbestendigheid vraagt om investeringen in water, riolering (Gemeentelijk Rioleringsplan), groen en het terugdringen van verhardingen (Integrale Visie op Groen).

Integrale visie per wijk op groen in de openbare ruimte: “Groen is onze toekomst”

Wij maken ons sterk voor een Ridderkerk waar bewoners gelukkig en gezond zijn. Op sommige plaatsen voelen we de druk op de openbare ruimte. Verkeer, spelen, groen, kabels en leidingen, riolering en water eisen hun ruimte op, zowel boven- als ondergronds. Daar komen nieuwe ontwikkelingen als gevolg van de klimaatverandering (klimaatadaptatie) en energietransitie nog bij. Al deze thema’s beïnvloeden elkaar of staan elkaar soms in de weg. Het vraagt van ons en van de Ridderkerkers veel creativiteit om ondanks de schaarste aan ruimte te zorgen voor een goede en prettige leefomgeving. De integrale visie per wijk op groen in de openbare ruimte geeft onze ambitie weer en wat we gaan doen om die ambitie te realiseren.

Verduurzamen maatschappelijk vastgoed

De komende jaren zullen ook in het teken staan van het verduurzamen van ons maatschappelijk vast-goed. De gemeentelijke accommodaties zijn inmiddels geïnspecteerd op mogelijke duurzaamheids-maatregelen.
Voor het toepassen van maatregelen gaan we uit van de zogenaamde erkende maatregelenlijst uit het Bouwbesluit 2012. Hierbij zullen we maatregelen toepassen die binnen 5 jaar terugverdiend kunnen worden. Veel van deze maatregelen kunnen worden uitgevoerd binnen de financiële budgetten van de meerjarenonderhoudsplannen. De kosten voor maatregelen die niet binnen de meerjarenonderhouds-plannen passen brengen wij in beeld en leggen deze voor besluitvorming.
De afgelopen jaren zijn we al begonnen met het verduurzamen van ons maatschappelijk vastgoed. In 2018 is sporthal De Wissel geopend, die gasloos is en is voorzien van zonnepanelen. Ook ons gemeentehuis is voorzien van zonnepanelen. Daarnaast worden binnen de verschillende accommodaties de halogeenlampen en tl-buizen vervangen door energiebesparende ledverlichting.
Bij de renovatie van Sporthal Drievliet (oplevering 2021) staat het verduurzamen ook centraal.

Mobiliteit

De manier waarop mensen zich kunnen verplaatsen verandert snel. Er komen nieuwe vormen van vervoer beschikbaar en nieuwe mobiliteitsdiensten zijn in ontwikkeling. Mobiliteit en bereikbaarheid zijn belangrijke voorwaarden voor het economisch goed functioneren van het centrum en de aanwezige bedrijventerreinen. Daarnaast zijn de kaders voor mobiliteit voor een aanzienlijk deel gekoppeld aan de thema’s leefbaarheid, gezondheid en bewustwording over duurzame mobiliteit.
Op dit moment is de mobiliteit en de aanwezige infrastructuur in Ridderkerk nog sterk gericht op het autoverkeer. In het kader van gezonde en duurzame mobiliteit is de nadrukkelijke wens om fietsers en voetgangers meer ruimte te geven, mede om het aantal onnodige autokilometers terug te dringen. Hiervoor is het mobiliteitsplan opgesteld.

Verkeersveiligheid

Verkeersveiligheid verdient veel aandacht. Het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 (SPV 2030) kent een stevige ambitie op het gebied van verkeersveiligheid: “Maak een punt van nul verkeersslacht-offers”. Het door het Rijk geïnitieerde SPV 2030 is een visie op een nieuwe verkeersveiligheidsaanpak uitgaande van de combinatie van infrastructuur, voertuigbeheersing, educatie en handhaving. Door risico’s in kaart te brengen en vervolgens maatregelen te nemen om de grootste risico’s te verminderen wordt de verkeersveiligheid vergroot. Het is daarom van belang dat we blijven investeren in verkeersveilige infrastructuur, verkeerseducatie en bewustwording.

Hoogwaardig openbaar vervoer

Wij zetten de komende jaren sterk in op hoogwaardig openbaar vervoer (HOV). Met het HOV-bussysteem zetten we een flinke ambitie neer om invulling te geven aan de lokale en regionale beleidsdoelen op het gebied van bereikbaarheid. Door te investeren in het strekken van OV-lijnen en het bieden van aparte infrastructuur voor de bus zorgen we voor:

  • een verkorting van de reistijd richting Rotterdam;
  • een verhoging van de betrouwbaarheid, doordat er minder afwijkingen zijn in reistijdverwachting door belemmeringen;
  • een forse toename van het aantal te bereiken inwoners en arbeidsplaatsen in de regio binnen 45 minuten reizen;
  • een verbeterd reiscomfort.

Daarnaast geven we ook invulling aan het verbeteren van de fiets- en wandelroutes richting de HOV-haltes, en we bieden voldoende voorzieningen als fietsparkeren en wachtvoorzieningen.

Ruimtelijke ontwikkeling, wonen en maatschappelijk vastgoed

Onze regio is dichtbevolkt en dichtbebouwd. Op een relatief klein oppervlak biedt het ruimte aan tal van concurrerende functies, zoals wonen, werken, mobiliteit, recreatie en natuur en de energietransitie. Ruimtegebruik gaat verder dan alleen het fysieke grondgebruik zoals het maximaliseren van het gebruik per vierkante meter. Het gaat ook om het indirecte gebruik van de ruimte, bijvoorbeeld als gevolg van milieunormen. Dit is zeker van toepassing op Ridderkerk met de ligging langs de snelwegen A15/A16.

Omgevingswet

De Omgevingswet zou op 1 januari 2021 in werking treden. Op 1 april 2020 heeft de minister van Wonen en Milieu laten weten dat het deze datum niet haalbaar is. Op korte termijn wordt bekend gemaakt hoe lang het uitstel zal duren. De huidige verwachting is dat de wet voor een jaar wordt uitgesteld. Ondanks dit uitstel gaan wij toch door met de voorbereidingen voor de invoering en implementatie van de Omgevingswet, zodat wij gesteld staan op het moment dat de wet inwerking treedt. De voorziene kosten voor de Omgevingswet voor 2021 vinden met name hun grondslag in structurele ICT-kosten. Het uitstel van de wet maakt dat het gros van deze kosten op een later moment merkbaar worden, afhankelijk van de inwerkingtreding.

Maatschappelijk Vastgoed: Actualisatie Integraal Accommodatie Plan

In het collegeprogramma 2018-2022 staat dat het Integraal Accommodatieplan (IAP) geactualiseerd wordt. De doelstelling van het IAP was het optimaliseren van ons maatschappelijk vastgoed. Met de actualisatie van het IAP zijn omkeerbare en onomkeerbare plannen in kaart gebracht en nieuwe ontwikkelingen toegevoegd. Voor de omkeerbare plannen zijn scenario’s ontwikkeld die vervolgens zijn afgewogen. Voor elk onderdeel uit het actualisatie van het IAP wordt een voorstel voorgelegd aan de raad. Deze onderdelen betreffen o.a. basisschool De Noord, gymzaal De Noord, basisschool De Wingerd, renovatie Sporthal Drievliet en herstellen voormalige Huishoudschool.

Wonen

In onze regio maken we met elkaar woningmarktafspraken. De uitvoering van het Regioakkoord Nieuwe Woningmarktafspraken Regio Rotterdam 2018 - 2030 vraagt capaciteit en middelen. Zo worden de afspraken uit het Regioakkoord jaarlijks gemonitord. Ook wordt een nieuwe regionale woonvisie voorbereid met een visie en ambities op de kwalitatieve (woon)opgaven in de regio.
Ons huidige kader, de Woningbouwstrategie (2011), en het nieuwe Regioakkoord maken het noodzakelijk ook een actuele visie op het lokale woningmarktbeleid te hebben. Met een nieuwe Woonvisie worden de kaders van het woonbeleid van de gemeente Ridderkerk opnieuw vastgelegd.

Ruimtelijke Ordening

Ridderkerk heeft een opgave om tot 2030 ruim 1.100 woningen te realiseren. Die opgave zorgt ervoor dat wij volop bezig zijn met het ontwikkelen van visies, zodat we dat woningbouwaantal ook daadwerkelijk kunnen realiseren. Gebieden waar we op dit moment een visie voor ontwikkelen of gaan ontwikkelen zijn: Ontwikkelperspectief Centrum, Centrum oost, P.C. Hooftpark, Sportpark Bolnes, de Rivier-oevers en diverse kleinere bouwprojecten.

Daarnaast proberen we in het centrum, door woningen toe te voegen, leegstand van winkels tegen te gaan. Andere grotere woningbouwplannen die al in ontwikkeling zijn of verder worden uitgewerkt zijn: Driehoek het Zand, De Oude Boomgaert, Het Zand (fase 6 en 7), De Beverbol, verschillende projecten van Wooncompas en zorginstanties, Het Huys ten Donck en de uitwerking van de Visie Grondposities. Uiteraard houdt het niet op bij woningbouw, want we zijn ook bezig met de ruimtelijke uitwerking van het AIAP (het geactualiseerde IAP), waaronder het nieuwe Gemini College en de uitwerking van de gebiedsvisie Plein Oost.

Bodembescherming

Op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt, is de decentralisatie een feit. Elke gemeente in Nederland is dan bevoegd gezag voor de bodem. Tot die tijd is de provincie Zuid-Holland het bevoegd gezag Wet bodembescherming voor de bodemtaken van gemeenten. Dit houdt in dat de provincie gaat over (de beoordeling van) zowel de verontreinigingen en saneringen in de grond als in het grondwater. Door de Omgevingswet zal dit veranderen en komen de bodemtaken naar de gemeenten. De grondwatertaken blijven bij de provincie. Het is nog niet duidelijk wat de financiële consequenties zijn. De verwachting is dat we via het gemeentefonds extra middelen zullen krijgen voor het uitvoeren van deze taak. Recent is bekend geworden dat het ministerie van I&W een meerjarig gelabeld bedrag op de begroting heeft staan voor de bodem vanaf 2020 van ruim 100 miljoen euro (het precieze bedrag is nog niet vastgesteld). Dit biedt voordelen ten opzichte van een Algemene Uitkering aan het Gemeentefonds. Het is echter nog niet duidelijk hoeveel iedere individuele gemeente daarvan zal ontvangen.

Ontwikkelperspectief Centrum

Het ontwikkelperspectief Centrum geeft richting aan oplossingen voor verschillende opgaven die in en rondom het centrum spelen. De opgaven gaan over verschillende pijlers: openbare ruimte, verkeer en mobiliteit, gebouw en programma. Wij zijn verantwoordelijk voor de (basis)inrichting en het beheer van de openbare ruimte, de verkeersveiligheid, verkeersafwikkeling en het parkeerbeleid in het centrum. Voor de verkeersafwikkeling zijn wij wel afhankelijk van keuzes die de provincie maakt over het (hoofd)wegennet en (hoogwaardig) openbaar vervoer. Als het gaat om parkeren en het stimuleren van wandelen en fietsen zijn ook de vastgoedeigenaren, winkeliers/ondernemers en de exploitanten van de parkeergarages aan zet. Voor de acties binnen deze pijler zijn de eigenaren van de gebouwen primair verantwoordelijk. Samen met winkeliers en (horeca)ondernemers kunnen ze sturen op een gevarieerd aanbod met winkels en voorzieningen die passen bij het centrum van Ridderkerk.

Visie Rivieroevers

Onze rivieroevers zijn van grote waarde en kunnen veel beter worden benut. Het streven is dan ook de ruimtelijke kwaliteit langs de oevers van de rivieren de Nieuwe Maas en de Noord te verbeteren.
We zoeken een optimale balans tussen (watergebonden) bedrijvigheid en wonen. Ook willen we de oevers toegankelijker maken en inrichten voor meer recreatief gebruik voor wandelaars en fietsers.
We stellen een visie op voor de rivieroevers Nieuwe Maas en de Noord. In deze visie wordt de manier waarop de optimale balans tussen (watergebonden) bedrijvigheid, wonen en recreatie wordt bereikt, beschreven en verbeeld.

BAR-organisatie

De uitgaven aan de BAR-organisatie vertegenwoordigen een aanzienlijk deel van onze programmabegroting. Omdat we als de gemeente de broekriem moeten aanhalen verwachten wij dat ook de BAR -organisatie zijn steentje bijdraagt om tot een sluitende begroting te komen. Zoals in de zienswijze op de BAR begroting 2021 al is geschreven wordt gerekend op een verlaging van de bijdrage van 1% tot 3%. De periode tot het aanbieden van de conceptbegroting 2021-2024 zal nodig zijn om hiervoor een bedrag in te kunnen vullen.