Inleiding

Voor u ligt een beleidsarme kaderbrief voorafgaand aan de Begroting 2025. Net als vorig jaar baseren wij ons op het beleid en de doelstellingen uit het collegeprogramma ‘Hart voor een toekomstbestendig Ridderkerk 2022-2026’. Mede gezien de grote financiële onzekerheid over de toekomstige gemeentefinanciën vanaf 2026 focussen wij ons nu uitsluitend op onvermijdelijke ontwikkelingen. 

Inhoud kaderbrief
Deze kaderbrief geeft inzicht in de bestaande financiële kaders voor de Begroting 2025 en meerjarenraming 2026–2028. In onderdeel A is het actuele financiële perspectief, inclusief een inschatting van onvermijdelijke ontwikkelingen, in beeld gebracht. In onderdeel B geven we een toelichting op de belangrijkste ontwikkeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Tot slot vermelden we in onderdeel C de financieel technische uitgangspunten voor het opstellen van de komende Begroting 2025.

Onvoldoende middelen vanuit het Rijk veroorzaakt ‘ravijn’
De algemene uitkering uit het gemeentefonds is onze belangrijkste inkomstenbron, maar hier is nog veel  onduidelijkheid over. Het Rijk heeft eenzijdig het systeem van de groei van het gemeentefonds per 2026 gewijzigd, door de ‘trap-op trap-af’ te vervangen voor een systeem gebaseerd op economische ontwikkeling volgens het bruto binnenlands product (bbp). Daarnaast zijn er nu al een aantal verplichte taken voor gemeenten waar onvoldoende geld voor beschikbaar wordt gesteld. In 2026, ook wel het ‘ravijnjaar’ genoemd, krijgen gemeenten hierdoor in totaal € 3 miljard structureel minder uit het gemeentefonds, zonder dat er taken verdwijnen. Dit betekent voor Ridderkerk een korting van circa € 7 miljoen.  

Rijk komt met vervroegde Voorjaarsnota, maar meer duidelijkheid volgt pas in meicirculaire
De VNG heeft de afgelopen maanden intensief overleg gevoerd met het demissionaire kabinet, waarbij de volgende uitgangspunten werden gehanteerd:

  1. Schaf de opschalingskorting af;
  2. Hertstel de korting op het accres en
  3. Kom met een goede afspraak over de groei van het gemeentefonds.

Van kabinetszijde werd steeds aangegeven dat besluitvorming afhangt van de stand van zaken van de nieuwe kabinetsformatie en de bredere financiële context. Op 15 april 2024 publiceerde het Rijk vervroegd en daarmee vrij onverwacht de Voorjaarsnota waarin een vooruitblik op de rijksbegroting voor de komende jaren wordt gegegeven. Over de gevolgen voor gemeenten worden we geïnformeerd via de komende meicirculaire 2024, maar enige duiding kunnen we nu toch al geven. De eerste drie posten zullen worden uitgewerkt in de komende meicirculaire, de vierde nog niet.

  1. Reguliere jaarlijke bijstelling accres
    Vanuit de Miljoenennota 2024 (september 2023) worden de percentages bijgesteld naar die vanuit het CPB-CEP 2024 (februari 2024).
  2. Bijstelling accres (prijs en volume) als gevolg van de omzetting naar bbp-systematiek al vanaf 2024 in plaats van 2026. Deze omzetting wordt financieel gecompenseerd door het Rijk.
  3. Oploop opschalingskorting wordt niet meer doorgezet. Vanaf 2026 wordt hierdoor € 675 miljoen structureel toegevoegd aan het gemeentefonds. In ruil daarvoor betalen gemeenten hiervoor wel eenmalig € 675 miljoen in 2025, mede hierdoor stijgt ons tekort in 2025 naar bijna € 4 miljoen.
  4. Indexering zorgkosten. Vanaf 2026 wordt een bedrag gereserveerd, oplopend van € 75 miljoen in 2026, € 150 miljoen in 2027, € 225 miljoen in 2028 en € 300 miljoen vanaf 2029. Dit wordt door het Rijk gereserveerd en wordt dus nog niet verwerkt in de komende meicirculaire 2024.

VNG-advies ‘ombuigingen voor te bereiden’
De VNG heeft vanwege het ‘ravijn’ op 1 maart jl. een begrotingsadvies uitgebracht om ‘ombuigingen voor te bereiden’, waartoe in gemeenten besloten kan worden indien de korting van € 3 miljard vanaf 2026 niet wordt teruggedraaid of verzacht. Zij acht het verstandig om na te denken over ombuigingsmaatregelen, waarbij wel voorkomen moet worden dat deze te vroeg en daarmee onnodig in gang worden gezet. Zij acht het raadzaam te focussen op taken in medebewind en deze al in de komende Begroting 2025 te beschrijven. Dit betekent concreet: benoem vijf meest significante ombuigingsmaatregelen qua consequenties en het taakveld dat daarmee wordt geraakt. Uiteraard staat het gemeenten vrij hierin een eigen afweging te maken. Uiteraard blijft dit advies van kracht, ook na het verschijnen van de Voorjaarsnota van het Rijk.

Lees hier VNG Begrotingsadvies 2025-2028 (https://vng.nl/sites/default/files/2024-03/01maart2024_lbr_24_005_ledenbrief_begrotingsadvies.pdf)

Ridderkerk ontkomt niet aan zoektocht naar financiële ruimte
Gezien de uitkomsten uit deze Kaderbrief mede gebaseerd op de 1e Tussenrapportage 2024 en de vele onzekerheden moet ook Ridderkerk op zoek naar financiële ruimte. In eerste instantie was dit uitsluitend nodig vanaf 2026, maar door de vervroegde Voorjaarsnota van het Rijk moeten we ook al in 2025 op zoek naar extra dekking om een tekort te dichten. Dit pakken wij voor de komende begroting 2025 nu op. Daarnaast blijft onze insteek een zorgvuldige en gefaseerde aanpak vanaf 2026 waar ook uw gemeenteraad eerder om heeft gevraagd. Het komende jaar zal door ons worden gebruikt om ombuigingsmogelijkheden in beeld te brengen. Deze zullen we, conform het advies van de VNG, op hoofdlijnen benoemen in de aanbiedingsbrief bij de komende Begroting 2025. Vervolgens zullen wij indien nodig bij de Kadernota 2026 concrete (bezuinigings)voorstellen doen om de Begroting 2026 structureel sluitend te maken. Daarbij zullen we meer mogelijkheden dan strikt noodzakelijk zijn in beeld brengen, waarbij inzichtelijk wordt gemaakt welke voorstellen door ons worden geadviseerd om over te nemen en welke liever niet. U wordt daarmee de mogelijkheid geboden een andere afweging te maken. De uiteindelijk overblijvende uitvoeringsvoorstellen worden bij de Begroting 2026 aan u ter definitieve besluitvorming voorgelegd. Met deze aanpak zetten wij gezamenlijk de schouders eronder om vanaf 2026 wederom een reëel sluitende (meerjaren)begroting te kunnen presenteren.