A. Financieel kader Begroting 2024 en Meerjarenraming 2025-2027 inclusief onvermijdbare majeure ontwikkelingen

In het onderstaande overzicht presenteren wij de financiële stand van zaken, zoals deze er op dit moment voor de periode 2024 tot en met 2027 uitziet. De basis is het saldo van de begroting 2023 (bestaand beleid) en de 1e tussenrapportage 2023, dit is inclusief de doorwerking van de tussenrapportage van de BAR-organisatie, waarin de CAO een belangrijk element is. Daarnaast zijn in de 1e Tussenrapporage 2023 de structurele effecten van de (concept) jaarrekening 2022 en genomen raadsbesluiten met een financieel gevolg verwerkt. De geprognotiseerde eindsaldi moet echter wel in het perspectief van de nog komende meicirculaire worden gezien. In die meicirculaire zal nadrukkelijk een compensatie zitten voor o.a. de inflatie/ indexering, maar in welke mate is echter nog onzeker. We gaan er voorlopig vanuit dat we onze indexering volledig gecompenseerd krijgen.

Omschrijving Begroting 2024 - 2027
2024 2025 2026 2027
Saldo begroting 2024 - 2027 na wijziging -71.400 937.100 -6.312.300 -5.347.000
1e Tussenrapportage 2023 inclusief structurele effecten jaarrekening 2022 902.600 309.500 2.330.700 2.320.700
Saldo na wijziging 831.200 1.246.600 -3.981.600 -3.026.300
Onvermijdelijke en majauere ontwikkelingen:
1. Indexering gemeente -1.862.000 -1.739.000 -1.705.300 -1.689.900
2. Algemene uitkering accres/indexering 1.862.000 1.739.000 1.705.300 1.689.900
3. Trendmatige verhoging OZB 426.000 433.500 445.300 445.300
4. Bijdrage BAR-organisatie nieuwe stijl cf. begroting 2024 N.n.b. N.n.b. N.n.b. N.n.b.
5. Gemeenschappelijke regelingen (VRR. GRJR, GGD, CJG) -1.254.400 -1.542.600 -1.689.800 -1.689.800
6. Omgevingswet - implementatie DSO, formatie t.b.v. nieuwe taken -110.000 -80.000 -50.000 -50.000
7. Omgevingswet - bodemtaken -85.000 -85.000 -85.000 -85.000
8. Keerwand Donckse Bos (investering van € 3.082.000) -85.000 -85.000 -84.000
Totaal onvermijdelijke en majauere ontwikkelingen -1.023.400 -1.359.100 -1.464.500 -1.463.500
Prognose saldo Kaderbrief voor begroting 2024 - 2027 -192.200 -112.500 -5.446.100 -4.489.800

Hieronder een toelichting op de financiële ontwikkelingen die de nummering van de financiële tabel volgt.

Terug naar navigatie - Hieronder een toelichting op de financiële ontwikkelingen die de nummering van de financiële tabel volgt.
  1. Indexering gemeente
    We houden in de komende begroting 2024 rekening met een indexering van 3,2% t.o.v. 2023 om daarmee inflatie-gevoelige budgetten waaronder de subsidiebudgetten, mee te laten groeien met de stijging van de inflatie conform de meest recente maartprognose van het Centraal Plan Bureau (CPB).
  2. Algemene uitkering accres/indexering
    In de komende meicirculaire zal een compensatie komen (via het accres) voor inflatie/indexering. Op dit moment gaan wij er van uit dat wij de door ons toegepaste indexering gecompenseerd zullen krijgen.
  3. Trendmatige verhoging OZB
    Een trendmatige verhoging van de lokale lasten met niet meer dan het inflatiepercentage, is nog steeds ons uitgangspunt. Uitgaande van 3,2% hebben wij nu een inschatting opgenomen waarmee de OZB-opbrengst zal gaan stijgen. Deze opbrengst loopt licht op wegens toename areaal/aantal woningen.
  4. Bijdrage BAR-organisatie nieuwe stijl conform begroting 2024 – nog niet bekend
    De BAR-samenwerking wordt grotendeels ontvlochten. We gaan een nieuwe (eigen) organisatie opbouwen en de gezamenlijke bedrijfsvoering met Barendrecht en Albrandswaard anders inrichten. De Provincie verwacht van de GR BAR-organisatie en de gemeenten reële nieuwe begrotingen. Aan het herverdelen van de begrotingen wordt echter nog gewerkt. De Provincie heeft twee maanden uitstel verleend tot uiterlijk 15 november 2023. De financiële gevolgen zijn nu nog niet inzichtelijk en volgen later dit jaar.
  5. Gemeenschappelijke regelingen (VRR, GRJR, GGD, CJG)
    Naast de in regionaal verband afgesproken indexering voor de 4 grootste GR-en (8,4%, zie ook bij Onderdeel C) hebben wij ook al rekening gehouden met onvermijdelijke kostenstijgingen, wegens aangepast beleid binnen GR-en. Deze ontwikkelingen worden in de begroting 2024 van die GR-en toegelicht, waarover u als gemeenteraad nog een zienswijze kan afgeven. Hieronder een korte toelichting:
    • VRR: door toepassing van de Ontwikkelagenda (scenario 2) en invoering van een nieuwe kostenverdeelsystematiek op basis van inkomsten die gemeenten ontvangen vanuit het gemeentefonds, stijgt de bijdrage voor Ridderkerk fors. Voor 2024 een nadeel van € 467.800 oplopend naar € 903.200 vanaf 2026.
    • GRJR: de voorgestelde begrotingswijziging 2024 aan de deelnemende gemeenten laat voor Ridderkerk een structureel nadeel zien van € 475.000 vanaf 2024.
    • GGD: de vaste inwonerbijdrage voor het basispakket van de GGD gaat van € 6,23 naar € 8,81. Voor wettelijke producten is extra personele- en materiële inzet nodig om deze conform wet- en regelgeving en geldende kwaliteitskaders te kunnen blijven uitvoeren. Meer informatie hierover is terug te lezen in de raadsinformatiebrief van 10 februari 2023. Voor de begroting 2024 moeten we rekening houden met een indexering van 3,6% op het basistakenpakket. Voor ons een structurele bijstelling van € 136.400 nadelig vanaf 2024.
    • CJG: de voorgestelde begroting 2024 laat voor Ridderkerk een structureel nadeel zien van € 175.200 vanaf 2024.
  6. Omgevingswet - implementatie Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), formatie t.b.v. nieuw taken
    Na invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024 volgt de implementatie van deze wet. Dit betekent dat de wet structureel ingebed moet worden binnen de gemeente. Naast het DSO vraagt de nieuwe wet om een meer integrale samenwerking vroegtijdig in het proces, zowel intern als met andere overheden (ketenpartners). Naast veranderingen op ICT gebied, veranderen ook processen en sommige beleidsvelden op inhoud, zoals geluid en gezondheid. Om als gemeente de wet voldoende te kunnen implementeren, is het de komende jaren nodig om capaciteit en middelen beschikbaar te stellen. Uiterlijk in 2030 dient elke gemeente één Omgevingsplan te hebben. De wet vraagt ook om monitoring en evaluatie van de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan. Dit proces dient vanaf 2024 opgezet te worden. Daarmee ontstaan ook nieuwe functies, zoals regelanalist voor Toepasbare regels, de casemanager bij initiatieven en een modelleur voor het Omgevingsplan. Over de nog te ontvangen rijksmiddelen (gemeentefonds) voor de jaren 2023 tot en met 2025 is nog geen duidelijkheid.
  7. Omgevingswet - bodemtaken
    Met de komst van de nieuwe Omgevingswet worden de bodemtaken gedecentraliseerd van de provincie naar de gemeenten. Gemeenten zijn verplicht deze wettelijke taken neer te leggen bij de Omgevingsdienst, vanuit het BasisTakenPakket (BTP). Het gaat om de taken: Bodemtaken (beschikkingen, bus-meldingen, beoordelingen en kwaliteitsbrieven), Bodembeleid, Databeheer, Toezicht bodemsanering (voor het deel dat overkomt naar gemeenten) en Toezicht aanleg gesloten bodemenergiesystemen. Vooralsnog is er geen dekking voor de financiering van deze structureel nieuwe taken. Inschatting structureel € 85.000. Wanneer het Rijk in de komende gemeentefondscirculaires een vergoeding aankondigt, kan dit als dekking ingezet worden.
    Onder de nieuwe Omgevingswet ontstaat straks de mogelijkheid om leges te heffen bij vergunningplichtige, milieubelastende activiteiten. Dit jaar (2023) worden de consequenties verder in beeld gebracht. DCMR Milieudienst Rijnmond zal de kentallen aanleveren voor het bepalen van de hoogte van de milieuleges. Daarbij wordt ook (bestuurlijk) overleg gevoerd met de regiogemeenten en de provincie, met als doel om te voorkomen dat een lappendeken aan legesheffing ontstaat in de regio. We mogen alleen leges heffen bij milieubelastende activiteiten en niet bij meldingen. We hebben binnen Ridderkerk overigens maar een paar vergunningsplichtige bedrijven, dus zal een eventuele opbrengst gering zijn (geen bedrag opgenomen).
  8. Keerwand Donckse Bos (investering van € 3.082.000)
    Uit een inventarisatiestudie van de houten damwand aan de Benedenrijweg voor huis Huys ten Donck is gebleken dat deze vervangen moet worden (dit gaat niet over de damwand bij de Riederwerf).
    De voorkeursvariant is een kistdamconstructie van staal. Dit betreft een investering van € 3.082.000 in 60 jaar af te schrijven (excl. btw en prijspeil aug. 2022). Kapitaallasten afgerond € 85.000 per jaar vanaf 2025.
    De vervanging van de keerwanden aan de Werfkade/ Ankerplaats e.o. zullen ook tot extra lasten gaan leiden.

Overige onvermijdelijke ontwikkelingen - nog niet financieel vertaald
Armoede neemt toe in 2024
Het Centraal Plan Bureau (CPB) heeft berekend dat het aandeel personen en kinderen in armoede gaat stijgen vanaf 2024, omdat de koopkrachtmaatregelen vanuit 2022 en 2023 worden afgebouwd. Dit raakt de inwoners met een laag inkomen direct. Landelijk stijgt het aantal mensen onder de armoedegrens naar verwachting met 180.000 personen en 30.000 kinderen. Deze toename concentreert zich vrijwel volledig bij huishoudens die afhankelijk zijn van een uitkering. Het aantal werkende en gepensioneerde huishoudens met een inkomen onder de armoedegrens stijgt beperkt. Binnen het sociaal domein moeten we ons voorbereiden op deze toename. Naast hogere uitgaven op het terrein van uitkeringen en minima-regelingen, kunnen we ook een toename verwachten van werkloosheid, uitkeringen, faillissementen, problematische schulden en betalingsachterstanden. Ook zullen er meer hulpvragen komen op andere leefgebieden binnen het sociaal domein en breder; denk hierbij aan huisvesting, gezondheid, scholing, criminaliteit, etc. De ontwikkelingen en uitgaven worden op de verschillende onderdelen zoveel mogelijk gemonitord, zodat we kunnen handelen als dat nodig is.

Voortzetten subsidieregelingen SPUK btw op sport
De ‘specifieke uitkering stimulering sport’, ook wel SPUK sport genoemd, is een subsidieregeling ter compensatie van de btw-nadelen bij sport. Deze bestaat sinds 2019 en is destijds in het leven geroepen door gewijzigde btw-regelgeving en de sportvrijstelling. De huidige regeling loopt tot en met 2023. Het kabinet zal in 2023 besluiten over het al dan niet doorzetten van de regeling vanaf 2024. Volgens het ministerie van VWS zorgt de regeling ervoor dat bezuinigingen in nieuwbouw en onderhoud van sportaccommodaties worden voorkomen, wat bijdraagt aan een kwalitatief hoogwaardig sportaanbod en het betaalbaar houden voor de eindgebruikers. Eventuele gevolgen voor de begroting vanaf 2024 kunnen wij echter pas verwerken zodra er meer bekend is.

Actualiseren beheerplannen Wegen, Groen en Vastgoed (gebouwen en sportaccommodaties)
Op dit moment wordt gewerkt aan een actualisatie van deze beheerplannen. Op basis van ongewijzigd beleid maar rekening houdend met areaaltoename, actueel prijspeil en nieuwe (onderhoud)situaties verwachten wij dat dit extra structurele lasten met zich meebrengt. Uiteraard zullen wij de beheerplannen nog afzonderlijk aan uw gemeenteraad voorleggen. Bij de aanbieding van de (meerjaren)begroting 2024 zullen we bezien hoe we de gevolgen in de nieuwe (meerjaren)begroting passend verwerkt krijgen.